Nieuws

Wachtkunst

Gepubliceerd
2 april 2009

Ik kan niet wachten. Niet dat ik ongeduldig ben, maar er zit voor mij iets onnatuurlijks in het samen wachten. Ik vind het extreem ongemakkelijk om samen met anderen in een vertraagde treincoupé te zitten, in een volle lift of in de wachtkamer van de huisarts. Ik voel constant dat een opmerking over het een of het ander op zijn plaats zou zijn, maar alles wat ik overweeg is dermate clichématig dat ik liever zwijg. Niet uit onbeleefdheid, maar ik krijg niets uit mijn keel. Ik word, kortom, spontaan contactgestoord van wachten.

Ik grijp tegenwoordig in de wachtkamer zo snel mogelijk een blaadje en doe net alsof ik iets lees wat ik altijd al wilde weten. Een beduimelde Arts en Auto voldoet prima. Met het blad hoog voor mijn ogen voel ik verbazing, maar ook lichte jaloezie als ik naar andere wachtenden luister. Sommigen ontstijgen alle clichés over weer en wachttijd en delen ongegeneerd informatie met elkaar. Van kleine kwaal tot gruwelijke ziekte. De verse verbroedering verdampt overigens meteen als het wachten ophoudt. Vaak met een lichte opluchting, alsof het ongegeneerde delen buiten hen om gebeurde.

Ik verdiep me net in een folder over bloedneuzen als er een moeder met haar zoontje binnenkomt. Althans dat probeert ze. Zoonlief weigert bij de voordeur, maar zij weet hem te verleiden met de legohoek. Briljant! Ik bedenk me ineens dat een kwartiertje knutselen met lego mij volledig zou diskwalificeren als gesprekspartner. Voor de volgende keer.

Het jong strooit even later lustig rond met legoblokjes en roept erbij op vol volume. Afgezien van zijn herrie is het stil geworden in de wachtkamer. De meeste mensen kijken hoe hij grommend zijn torens ommaait. Lego bij de plant begraven is leuk en lego tegen benen gooien ook. De assistente kijkt indringend naar de moeder, maar zij past mijn tactiek toe en verschanst zich achter een Libelle. Is er iets mis met dit jongetje? Of met zijn moeder? Heeft hij ADHD, kan zij niet opvoeden, is hij de spreekwoordelijk rotte appel?

Ik denk dat het allemaal wel meevalt en dat hij zich net als ik opgelaten voelt door het wachten. Als kind kun je kiezen: stil worden, druk worden of op luide toon gênante vragen aan je moeder stellen. Dit exemplaar voelt zich duidelijk het best bij hels kabaal en rotzooi. Hij ruikt de kans om zich te misdragen en grijpt die met beide handen aan. Als ouder kun je luidkeels gaan corrigeren, waarmee je aan omstanders duidelijk maakt dat je dit gedrag niet accepteert, thuis niet en nergens niet. Het is een cosmetische ingreep, met opvoeden heeft het weinig te maken en dat voelt het addergebroed prima aan ‘Wat maakt mama nou ineens een ophef? Thuis gaat ze altijd even een sigaretje roken.’

De andere optie die je als ouder hebt, is doen alsof je neus bloedt, zoals deze mevrouw. Al zie ik wel dat ze in de randjes van haar Libelle knijpt.

Als ze aan de beurt is, trekt ze haar zoon overeind en stappen ze samen behendig over de legoravage heen. Alsof ze het vaker hebben gedaan. Ze laten de andere wachtenden en de assistente verbaasd en met de rotzooi achter.

Het opeengepakte wachten maakt rare dingen los in de mens. Maar ja, we willen nou eenmaal graag een huisarts zien en dan moeten we even wachten. Niets aan te doen. De assistente is nog druk aan de telefoon, dus zak ik op mijn knieën om de lego bijeen te vegen en op te ruimen. Doet mama thuis ook altijd, niets aan te doen. Sophie Meyer

Sophie is opgegroeid in een familie met dokters en heeft jarenlang gewerkt in de medische hoek. Ze is getrouwd, heeft drie kinderen en probeert een brave en kritische consument te zijn als ze naar de dokter gaat. tekstbereid@xs4all.nl

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen