Nieuws

Als ik straks de krant maar haal

Gepubliceerd
5 augustus 2014
Overgewicht, zo kunnen we vrijwel dagelijks in de kranten lezen, is een enorm probleem. Gelukkig werkt de wetenschap hard aan een oplossing, en het zou heel goed kunnen dat de victorie dit keer in Groningen begint. ‘Goede vetten beschermen baby’s tegen overgewicht op latere leeftijd’, kopte het persbericht van het UMCG op 8 mei van dit jaar. ‘Meer omega-3-vetzuren en minder linolzuur in de voeding van zuigelingen en jonge kinderen beschermt ze tegen overgewicht op latere leeftijd. Dat laat het proefschrift van Annemarie Oosting van het Universitair Medisch Centrum Groningen zien.’1 Dat klinkt inderdaad als een opmerkelijk, om niet te zeggen fantastisch resultaat. Geef peuters en kleuters veel vette vis, en als ze later groot zijn, kunnen ze over op chocola en chips zonder dat ze aankomen.
In de volgende zin komt de domper. ‘Oosting onderzocht in een muizenmodel de invloed van vetzuren in de voeding.’
Willen onderzoekers werkelijk dat hun goede naam, en die van de wetenschap, zo wordt verkwanseld? De hele goegemeente misleiden door eerst te doen alsof het om mensenbaby’s gaat en pas later duidelijk te maken dat het muizenbaby’s zijn?
Ik heb het proefschrift van Oosting niet gelezen, maar ik mag aannemen dat daarin een plek is ingeruimd voor haar artikel in Pediatric Research uit 2010.2 In dit onderzoek gaf Oosting, kortweg, muizenpups eerst hetzij een dagelijks dieet met alleen plantaardig vet, hetzij 80% plantaardig plus 20% tonijnolie. Na zes weken, toen de muizen volwassen waren, werden ze overgezet op een soort ‘westers’ dieet, met 50% plantaardig en 50% reuzel, dus nog amper omega-3-vetzuren.
Na 98 dagen was het experiment voor de muizen afgelopen. Ze werden gemeten en gewogen, hun bloed werd geanalyseerd, hun organen gemeten, u kent dat wel. Misschien ook nog goed om te vermelden: de onderzoeksgroep bestond uit tweemaal twaalf inteeltmuizen en alleen de mannetjes telden mee.
Het gaat wat ver om alle resultaten hier samen te vatten, maar de omega-3-muizen waren bij hun dood amper lichter dan de controlemuizen (29 tegen 31 gram, p = 0,06). Dat deze vetzuren beschermen tegen overgewicht bij muizen zou ik zo dus niet durven zeggen. Laat staan bij jongens en meisjes. Gelukkig bleek, post hoc, dat de omega-3-muizen wel gemiddeld een lager vetpercentage hadden (20 tegen 27, p &lt 0,001), anders hadden ze hun leventje helemáál voor niets geofferd. ‘Voorzover wij weten zijn wij de eersten die aantonen dat bescheiden veranderingen in vetzuursamenstelling in postnataal dieet blijvend beschermend werken tegen buitensporige vetophoping in het latere leven.’
Ik heb de jonge doctor, werkzaam bij Nutricia (dat het onderzoek geheel betaalde), niet gesproken, maar een van mijn studenten in Groningen wel, en zij vroeg haar naar de kop van het persbericht en de eerste zinnen. ‘In een persbericht ben je altijd op zoek naar de balans tussen een aantrekkelijke tekst en alles met de wetenschappelijke mitsen en maren vertellen. In zoverre ben ik het eens met de kop, daarnaast is al wel aangetoond bij mensen dat goede vetten een positief effect hebben op de gezondheid. Met dit onderzoek hebben wij daar een extra dimensie aan toegevoegd.’
Hans van Maanen is wetenschapsjournalist.

Literatuur

  • 1.Oosting A. Programming of adult metabolic health by dietary lipids in early life, [Proefschrift]. Groningen, 2014.
  • 2.Oosting A, Kegler D, Boehm G, Jansen HT, Van de Heijning BJ, Van der Beek EM. N-3 long-chain polyunsaturated fatty acids prevent excessive fat deposition in adulthood in a mouse model of postnatal nutritional programming. Pediatr Res 2010;68:494-9.
  • 3.Schwartz LM, Woloshin S, Andrews A, Stukel TA. Influence of medical journal press releases on the quality of associated newspaper coverage: retrospective cohort study. BMJ 2012;344:d8164.

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen