Nieuws

Actiegevoelens

Gepubliceerd
10 mei 2005

Op 4 maart kregen wij weer een ‘actiebericht’ van onze LHV-voorzitter Bas Vos. Een fragment: ‘Het bestuur houdt zijn rug recht in die gesprekken met VWS. En hoewel het bijna een open deur intrappen is, roep ik u op datzelfde te blijven doen door gehoor te geven aan de oproep tot uitbreiding van de acties, door toegezonden contracten aan de zorgverzekeraar ongetekend te retourneren en door op geen enkele wijze mee te werken aan de totstandkoming van praktijkplannen. Uw vastberadenheid en vasthoudendheid, waarvan ik nog iedere dag de bewijzen zie, vormen de belangrijkste steun in onze rug. Mede daardoor heb ik er het volste vertrouwen in dat wij ons uiteindelijke doel zullen bereiken: Iedere Nederlander een eigen huisarts, dicht in de buurt en met voldoende tijd.’

Een nobel doel, dat ook ik onderschrijf. Toch blijf ik met een wat dubbel gevoel zitten wat de acties betreft. Zij zijn zinvol, dat weten huisartsen en – hopelijk – de ziektekostenverzekeraars en de overheid…(maar enige twijfel overvalt mij al hierbij). Echter, belangrijker nog, kennen de patiënten de achtergrond van de acties? In mijn - toegegeven, weinig stakingbeluste - omgeving zullen de acties nauwelijks leven bij het publiek, maar ik nam toch de proef op de som. Ik vroeg twee dagen lang aan alle patiënten die langskwamen: ‘Heeft u gehoord van de huisartsenacties? En, zo ja, weet u waarom wij actie voeren?’ Welnu, een ruime meerderheid had gehoord van de acties, maar meer dan de helft van de patiënten meende dat het ging om ‘een hoger honorarium voor de huisarts’. Als patiënten het al niet weten, vrees ik dat de score onder de ‘gezonden’ nog slechter is. Wat betekenen deze uitkomsten? Moeilijk te zeggen. Er zijn enkele opties. Wellicht denken Nederlanders dat mensen alleen maar actie voeren voor meer loon. Misschien hebben wij te maken met de naweeën van de stakingen voor een hoger inkomen van een paar jaar geleden. Vooral die actie heeft het imago van de huisarts omgevormd van een betrouwbare, altijd bereikbare goeie vent of vrouw, naar een gewone-kleine-zelfstandige-die-meer-geld-wil, en dat bovendien van het klagende en zeurende type. Nederlanders zijn enquête-gek (ik ook dus). En wat blijkt uit officiële peilingen? Er is een groot vertrouwen in de huisarts en er is een vrij brede acceptatie van de acties. Dat wordt ook met graagte door collega's en zeker collega-bestuurders vermeld. Wat men vergeet, is dat die conclusie eigenlijk anders geformuleerd moet worden: de Nederlander heeft veel vertrouwen in de eigen huisarts, en denkt daarom dat de actie van de eigen huisarts legitiem is. Vanuit dat perspectief antwoordt de Nederlander, zelfs op algemene vragen naar ‘de’ huisarts. Ik vrees dat de Nederlander weliswaar veel vertrouwen heeft en positief is over de eigen huisarts (da's mooi natuurlijk), maar nauwelijks een mening heeft over de huisartsgeneeskunde in het algemeen. En als hij dat wel heeft, dat die mening een negatieve is (want gevormd door de lange stakingen om meer poen). Hier ligt een fundamenteel probleem, wat in zijn kern een imago-probleem is. En bovendien een paradox: een positief imago voor de individuele huisarts versus een negatief imago voor de beroepsgroep.

Hoe verder? Geen acties meer? Lastig. Maar de beroepsgroep schiet zichzelf bij elke actie in de voet. Beseffen wij dat? Iemantsverdriet

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen