De CompententieBeoordelingsLijst (ComBeL), waarin de indicatoren voor de beoordeling van aios staan beschreven, zegt over het competentiegebied communicatie: ‘de kern van het handelen bestaat uit het initiëren en onderhouden van een constructieve dialoog met de patiënt en het zorgen voor een medisch verantwoorde gezamenlijke besluitvorming’. Essers et al. hebben duidelijk gemaakt dat binnen deze constructieve dialoog arts-, patiënt- en consultgerelateerde factoren een belangrijke rol spelen. Beoordelaars moeten dan ook rekening houden met deze contextfactoren bij de toetsing van communicatie.
De communicatieve vaardigheden en de voortgang van de aios worden nu getoetst met de APC-toets, de exacte toetsingsprocedure verschilt per opleidingsinstituut. In het landelijk toetsplan staat een minimale en een maximale variant van de APC-toets. Bij de minimale variant moet de aios zes video-opnames van consulten ter beoordeling inleveren, bij de maximale variant dertig consulten.
3 De opleiders beoordelen de consulten met de MAAS-Globaal, een gevalideerde scoringslijst die bestaat uit generieke communicatievaardigheden die in elk consult naar voren moeten komen. Deze scoringslijst besteedt geen expliciete aandacht aan de context van het consult.
Elk consult bij de huisarts bevat echter contextfactoren die van grote invloed kunnen zijn op de communicatie. De aios, die nu slechts geselecteerde consulten laat beoordelen waarin veel generieke communicatievaardigheden aan bod komen, zou juist moeten kunnen tonen dat hij goed kan omgaan met verschillen in context. Wij denken dat het voor de aios een verademing is als hij consulten kan laten beoordelen die de echte praktijk weerspiegelen: consulten met verschillende patiënten, diverse hulpvragen of een specifieke voorgeschiedenis. Juist deze consulten lenen zich voor een goede beoordeling van de communicatieve vaardigheden van de aios. Essers et al. betogen dat aios tijdens de opleiding geringe progressie op het communicatieve vlak laten zien. Onze verklaring daarvoor is dat aios een selectie van consulten inleveren voor toetsing, maar zij zouden juist moeten kunnen tonen dat zij in jaar 3 beter kunnen omgaan met contextfactoren dan in jaar 1 – en daarvoor biedt de APC-toets nu geen ruimte.
Overigens toonden Essers et al. eerder al aan dat de beoordelaars van de consulten wel degelijk rekening houden met de context.
2 Als dit echter puur op intuïtie van de beoordelaar gebeurt, leidt dit tot verminderde validiteit van de toets met een lage interbeoordelaarsbetrouwbaarheid. Beoordelaars zouden standaard moeten kijken naar de context in het consult en de manier waarop de aios hiermee omgaat moet meewegen in het eindresultaat.