De bestaande multidisciplinaire richtlijn uit 2008 was aan herziening toe. De belangrijkste aanbevelingen voor de huisarts staan hieronder.
Actief vragen naar slaapproblemen
In de palliatieve fase vraagt de huisarts actief naar slaapproblemen, zowel bij de patiënt als diens partner of belangrijkste mantelzorger. Veel patiënten melden niet uit zichzelf dat ze slecht slapen, terwijl dat wel grote invloed heeft op de kwaliteit van leven. Naast het zoeken naar de oorzaak is het voor de behandeling van belang de eigen gedachten en overtuigingen van de patiënt, diens verwachtingen en gevoelens en de reacties van de omgeving in beeld te krijgen; ook eerdere ervaringen met behandelingen zijn relevant.
Voorkeur voor psychologische behandeling
Na voorlichting, behandeling van oorzaken en slaaphygiëne-adviezen, zoals voldoende beweging (indien nog mogelijk), vermijden van slapen overdag en het vermijden van emotionele activiteiten voor het slapen gaan, is de volgende stap in de behandeling psychologische interventies. Het gaat om (elementen uit de) cognitieve gedragstherapie voor insomnia (CGT-i). De totale behandeling is bewezen effectief en dat geldt ook voor de elementen stimuluscontrole, slaaprestrictie en ontspanningsoefeningen. Het advies is deze elementen los van elkaar toe te passen, waarbij de volgorde in overleg met de patiënt bepaald kan worden.
Medicamenteuze behandeling
Naast de psychologische behandeling is medicamenteuze behandeling een optie. Behandel in dat geval bij voorkeur met middellangwerkende benzodiazepines zoals temazepam, lormetazepam, of lorazepam. Overweeg als tweede keus een andere benzodiazepine of een ‘z-middel’ zoals zolpidem. Het risico op verslaving telt in de palliatieve fase niet meer. Eventueel kunnen mirtazapine of amitriptyline in lage dosering worden voorgeschreven (off-label). Als bovenstaande middelen niet effectief zijn, is midazolam via een subcutane pomp - alleen gedurende de nacht - een optie. Antipsychotica, zoals quetiapine, worden afgeraden: er is onvoldoende bewijs voor de effectiviteit en ze hebben ernstige bijwerkingen.
Geestelijk verzorger
Het is in de palliatieve fase soms ook gewenst om de hulp van een geestelijk verzorger/begeleider in te roepen als existentiële problematiek een belangrijke rol speelt bij het slecht slapen.
Delier in stervensfase
In de laatste week – de stervensfase – worden slaapproblemen meestal veroorzaakt door een delier. De behandeling richt zich daarop.
Organisatie van zorg
Het is in de laatste levensfase belangrijk om de zorg goed te organiseren. Kies een regiebehandelaar wanneer meerdere zorgverleners betrokken zijn en communiceer met de patiënt, de partner/belangrijkste mantelzorger en de betrokken professionals over het zorgplan en veranderingen daarin. Houd tijdens de palliatieve fase een medicatiereview waarin met de patiënt besproken wordt welke medicatie gestopt kan worden. Een belangrijk punt is de zorg voor de partner/belangrijkste mantelzorger. Vraag deze eveneens expliciet naar de kwaliteit van het slapen en eventuele slaapproblemen, ook indien deze zelf niet spontaan begint over het slapen. Overweeg slaapeducatie te geven en bespreek ondersteuningsmogelijkheden bij slaapproblemen. Op de website van Palliaweb staan algemene handvatten voor mantelzorgondersteuning in de palliatieve fase. 1 Bespreek (indien nodig zonder de patiënt) de zorgen en problemen van de partner/belangrijkste mantelzorger en bevorder de communicatie over verlies en rouw.
Raadpleeg de herziene interdisciplinaire richtlijn op richtlijnen.nhg.org of iknl.nl.
Literatuur
- 1.↲Palliaweb. Mantelzorgondersteuning in de palliatieve fase. 2022. Beschikbaar via: www.palliaweb.nl/zorgpraktijk/mantelzorgondersteuning-in-de-palliatieve-fase.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.