Nieuws

Hielpijn

Gepubliceerd
10 maart 2003

In het journaalstukje Hielpijn (H&W 2002;45(12):648) wordt het effect van behandeling met extra corporeal shockwave op de fasciitis plantaris besproken naar aanleiding van het onderzoek van Buchbinder (Australië). Het zijn juist de Amerikaanse onderzoekers Ogden en Alvarez die door hun onderzoek toestemming van de FDA kregen voor deze vorm van behandeling in de VS.1 Zij claimden een effectiviteit van de behandeling bij 90% van de behandelde patiënten en hun onderzoek voldeed aan de hoogste criteria. Ogden en Alvarez deden in 2000 een systematische review,1 waarbij ze de classificatie van The American Association For Spine Surgery gebruikten om de methodologie en de wetenschappelijke waarde te beoordelen.3 Zij classificeerden onderzoeken met een adequate randomisatie en blindering als een type A-onderzoek en voordrachten of lezingen die nog niet tot een publicatie hebben geleid als type G en H. Op dit moment (november 2002) zijn alleen de FDA-onderzoeken en die van Buchbinder methodologisch adequaat (type A); alle andere liggen tussen B en H. Er zijn inmiddels meer dan 8000 gevallen gedocumenteerd die met extra corporeal shockwave zijn behandeld. Patiënten hadden een grote variëteit aan afwijkingen en de validiteit van de onderzoeken loopt erg uiteen. Hoewel het aantal gerapporteerde gevallen groot lijkt, neemt dit aantal al snel af als alleen de betere onderzoeken (A t/m C) worden geanalyseerd: 2883 patiënten in 34% van de gepubliceerde artikelen. Het lijkt daarom uiterst prematuur om op basis van één negatief onderzoek een sfeer te scheppen waarbij gesuggereerd wordt dat het doek is gevallen. Het natuurlijk beloop van de afwijking waarbij volgens het bericht een herstel in 9-12 maanden wordt gesuggereerd is in het kader van de behandeling met extra corporeal shockwave niet van belang omdat alle onderzoeken gaan over patiënten welke deze periode ruim hebben overschreden. H.J. Dalhuisen, arts

Mogelijke belangenverstrengeling: HJD behandelt patiënten met extra corporeal shockwave.

Antwoord

In zijn reactie stelt collega Dalhuisen dat één goed opgezette gerandomiseerde en gecontroleerde trial1 die geen effect aantoont van schokgolfbehandeling bij fasciitis plantaris nog geen reden is om deze aanpak af te schrijven. Immers er is een andere RCT die juist wel effect aantoont.2 Echter onomstreden en met name herhaald bewijs van de effectiviteit van schokgolfbehandeling bij bewegingsapparaatproblemen ontbreekt in algemene zin en bij fasciitis plantaris in het bijzonder. Schokgolfbehandeling heeft bijvoorbeeld bij epicondylitis lateralis een statistisch significant en aanhoudend placebo-effect,3 maar voegt hier niets aan toe. Het is dan ook te verwachten dat naarmate de kwaliteit van onderzoeken beter zal zijn, het eenmaal aangetoonde effect zal verbleken, precies zoals dit is gegaan bij onderzoeken naar het effect van schokgolfbehandeling bij de tenniselleboog of bij rotator-cuff-problemen van de schouder. Fasciitis plantaris kan voor patiënten een zeer hinderlijk probleem zijn dat maanden kan duren, maar meestal een spontaan gunstig beloop heeft. Van de meeste behandelingen is geen onomstotelijk effect aangetoond. Verder onderzoek is nodig. Ondertussen is het prijskaartje voor de schokgolfbehandeling aanzienlijk. Reden voor een vergoeding door ziektekostenverzekeraars bestaat er momenteel niet. Kees J. Gorter

Literatuur

  • 1.Ogden JA, Alvarez R, et al. Shock wave therapy for chronic proximal plantar fasciitis. Clin Orthop 2001:47-59.
  • 2.Ogden JA, Alvarez RG, Levitt R, Marlow M. Shock wave therapy (Orthotrypsy) in musculoskeletal disorders. Clin Orthop 2001:22-40.
  • 3.United States Department of Health and Human Services: Acute Low Back Problems in Adults. Clinical Practice Guideline. Washington DC, 14, 1994.

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen