NHG Forum

‘Ik neem vaak beslissingen waarvan de uitkomst onzeker is’

Gepubliceerd
2 februari 2018
NHG-medewerkers zijn vaak ook praktiserend huisarts. Hoe combineren ze twee banen, en waarom werken ze bij het NHG? Markus Kruyswijk is drie dagen per week huisarts en anderhalve dag wetenschappelijk medewerker bij het NHG met als specialisme spoedzorg.
0 reacties

Markus Kruyswijk is sinds 1995 huisarts in Amsterdam en in 2012 begon hij bij het NHG als wetenschappelijk medewerker, met als portefeuille spoedzorg. Samen met partners bewaakt hij de kwaliteit van de spoedzorg, zoals met brancheorganisatie van huisartsenposten InEen, en de LHV.

Wat doe je bij het NHG?

Markus Kruyswijk: ‘Het is mijn uitdaging om binnen en buiten het NHG de eerstelijns spoedzorg zichtbaar te maken. Spoedzorg is niet alleen zwaailichtenwerk, het is ook de ongeruste ouder die buiten kantooruren belt over een kindje met koorts. De patiënt denkt dat het niet kan wachten: dat bepaalt wat spoed is. Dus zijn er bij huisartsenposten ruim vier miljoen zorgvragen per jaar, tienduizend per dag.

Ik zit veel bij InEen, de brancheorganisatie van huisartsenposten, naast de LHV mijn natuurlijke sparring partner. We hebben samen net drie jaar op initiatief van Zorginstituut Nederland met een flinke groep andere organisaties hard gewerkt aan een landelijk Kwaliteitskader Spoedzorg. De patiënt heeft in spoedzorgsituaties geen keus en weet bovendien vaak niet hoe te kiezen, hoe je kwaliteit moet beoordelen. Daarom moeten wij met zijn allen zelf zorgen dat de kwaliteit goed op orde is. Dat kan alleen als je op één lijn zit met je zusterorganisaties.’

Wat doe je voor de huisartsenposten?

‘Samen met InEen kijk ik vooral naar de inhoudelijke kanten van de eerstelijnsspoedzorg. Vaak hebben we het over de triage in de huisartsenposten; de laatste jaren wordt het steeds drukker met hoogurgente zorgtoewijzingen. In het project Grip op Triage zoeken we naar de oorzaken daarvan, en proberen we oplossingsrichtingen te benoemen.

We trekken samen op bij bijvoorbeeld de ontwikkeling van richtlijnen door derden, zoals twee jaar geleden de richtlijn voor het herkennen van kindermishandeling op de spoedeisende-hulpafdeling en de huisartsenpost. Onze inbreng was vooral om duidelijk te maken dat de huisartsenspoedzorg ten dienste staat van de dagzorg: de dagzorg verschilt in taakstelling van de spoedeisende-hulpafdeling in het ziekenhuis. Ook dat we het Kwaliteitskader Spoedzorg helpen ontwerpen, past binnen die samenwerking.’

Goed voor het NHG dat je praktiserend huisarts bent?

‘Op het spreekuur gisteren kwam een kleine dertig mensen, iedereen met weer een andere vraag. Ik weet hoe het voelt als je om kwart voor acht binnenkomt, de computer aanzet, naar de spreekuurlijst kijkt en denkt: “Wat staat mij vandaag te wachten? Die patiënt alwéér, wat zou er aan de hand zijn; heb ik er de vorige keer de vinger niet achter gekregen?”

Ik weet hoe het voelt om onzeker te zijn, om dagelijks beslissingen te nemen waarvan de uitkomst nog onzeker is. Dat geldt ook voor mijn eigen NHG-werk: ik probeer door anderen verkregen kennis samen te vatten en werkbaar te maken voor de praktijk, zoals in de Nederlandse Triage Standaard (NTS) en de TriageWijzer. Dat elke patiënt anders is, staat er wel in, maar het is toch iedere keer weer puzzelen hoe je de praktijk naar het NHG moet brengen. Werken met mensen van vlees en bloed kun je nu eenmaal niet helemaal in richtlijnen vatten. Dat houdt mij ook bij het NHG met beide benen op de grond.’

Meer informatie: NHG-Dossier Spoed

Komende juni is Huisarts & Wetenschap gewijd aan spoedzorg.

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen