Nieuws

Mannen met aangeboren hartafwijkingen en seks

Gepubliceerd
10 augustus 2010

Inleiding

Door toegenomen behandelingsmogelijkheden worden patiënten met aangeboren hartafwijkingen steeds ouder. Op dit moment leven er meer mannen dan jongetjes met een aangeboren hartafwijking. Tot nu toe is er weinig onderzoek gedaan naar hun seksualiteitsbeleving. Dit onderzoek is daarom uniek.1 Het inventariseerde bij mannen met aangeboren hartafwijkingen: aan seksualiteit gerelateerde lichamelijke en psychische klachten, de prevalentie van erectiele disfunctie en de relatie tussen seksuele problemen en door de patiënt ervaren kwaliteit van leven.

Onderzoek

Opzet Vanuit een superspecialistische setting in Duitsland vulden 332 mannen met aangeboren hartafwijkingen een aantal vragenlijsten in. Het Competence Network for Congenital Heart Defects legde alle patiënten in een bepaalde periode vragenlijsten voor. De deelnemers waren 18 tot 59 jaar oud, de gemiddelde leeftijd was 23. De vragenlijsten bestonden uit een door de onderzoekers ontworpen set vragen over seksualiteit in het algemeen en enige ziektespecifieke items, en drie gevalideerde vragenlijsten over erectiele disfuctie, kwaliteit van leven en depressie. Van de 332 mannen hadden er 187 geslachtsgemeenschap in de vier weken voor het onderzoek. Dit was een ingangseis om de vragenlijst rond erectiele disfunctie te kunnen invullen. Uitkomstmaten Het onderzoek had een enorm hoge respons: slechts 2,7% van de oorspronkelijke onderzoeksgroep deed niet mee. Resultaten Mannen uit de onderzoeksgroep onder de veertig jaar hebben minder vaak een seksuele relatie dan gezonde leeftijdsgenoten. Van de geïncludeerde mannen zegt 10% angstig te zijn tijdens seksuele activiteiten. Ook lichamelijke klachten komen geregeld voor: benauwdheid (9%), gevoel van een onregelmatige hartslag (9%) en thoraxpijn (5,1%). Mannen met een slechtere lichamelijke conditie hebben meer klachten. Tien procent heeft een score die wijst op een erectieprobleem; dit neemt toe met de leeftijd en is niet afhankelijk van de algehele conditie, noch van de specifieke hartafwijking. Mannen met erectieproblemen scoren hoog op lichamelijke klachten en laag op geestelijk welbevinden. Van de groep mannen zónder erectieproblemen heeft 3,3% een positieve score op de depressieschaal terwijl dit onder mannen met erectieproblemen oploopt tot 33,3%. Beschouwing De onderzoekers opperen dat de gemiddeld lagere seksuele activiteit onder de 40 jaar mogelijk samenhangt met een vertraagde sociale en seksuele volwassenwording. Vanaf de geboorte zijn mensen met hartafwijkingen vaak zorgenkinderen die waarschijnlijk veel later loskomen van thuis dan anderen. De angst voor de fysieke belasting tijdens geslachtsgemeenschap vinden de onderzoekers voorstelbaar maar ongegrond. De meeste van deze mannen kunnen immers twee trappen oplopen en dat is vergelijkbaar met de lichamelijke inspanning bij geslachtsgemeenschap. De onderzoekers geven niettemin enkele praktische tips: geen seks na een zware maaltijd, wél na voldoende rusten en een minder belastende positie tijdens de coïtus. Het percentage mannen met erectieproblemen laat zich niet gemakkelijk vergelijken met onderzoek in andere landen of onder andere patiëntengroepen, ook omdat de mannen in dit onderzoek nog relatief jong zijn. Het is te verwachten dat bij het ouder worden, en het optreden van hypertensie en diabetes, erectiele disfuctie bij hen nog vaker zal voorkomen. Het verband tussen psychische en seksuele problematiek is ook bekend uit ander onderzoek, maar in dit onderzoek kon geen uitspraak worden gedaan over oorzaak of gevolg van dat verband.

Interpretatie

De uitkomsten van dit Duitse onderzoek zijn ook voor Nederland belangrijk. Ook bij ons worden mensen met aangeboren hartafwijkingen immers steeds ouder. In het recent verschenen fraaie Nederlandse overzicht van de seksuologische problemen bij chronische aandoeningen komt deze patiëntengroep niet voor.2 De seksuologische belangstelling gaat bij hartpatiënten uit naar de veel grotere groep patiënten met ischemische hartziekten. Als huisarts is het goed om je te realiseren dat ook de ouder wordende patiënt met een aangeboren hartafwijking, man of vrouw, een seksleven heeft. Mogelijk helpt het alleen al eventueel angstige gedachten met deze patiënten te bespreken.

Literatuur

  • 1.Vigl M, Hager A, Bauer U, Niggemeyer E, Wittstock B, Köhn F-M, et al. Sexuality and subjective wellbeing in male patients with congenital heart disease. Heart 2009;95;1179-83.
  • 2.Gianotten W, Meihuizen-de Regt M, Van Son N (redactie). Seksualiteit bij ziekte en lichamelijke beperking. Assen: Van Gorcum, 2008.

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen