Praktijk

Snijwond

Gepubliceerd
5 september 2012

Wat is het probleem?

Huisartsen zien regelmatig patiënten met oppervlakkige snijwonden door een klein trauma, opgelopen tijdens huis-, tuin- en keukenklusjes of op het werk. Snijwonden kunnen worden gesloten door transcutane of intracutane hechtingen en door wondlijm of hechtpleisters. Bij de keuze voor een wondsluitmethode spelen verschillende factoren een rol, zoals risico op complicaties als loslating en infectie, cosmetische gevolgen, behandeltijd, pijnervaring en kosten. Welk litteken wordt echter het fraaist? En wat is voor welke wond de beste sluitingsmethode?

Wat moet ik weten?

Het onderzoek naar de effectiviteit van wondlijm ten opzichte van hechtingen richt zich op de behandeling van traumatische, ongecompliceerde wonden kleiner dan 5 cm, bij volwassenen en kinderen. Er blijkt geen verschil tussen wondlijm en hechtingen in cosmetisch resultaat. Sluiten met wondlijm gaat wel sneller en zowel kinderen als volwassenen rapporteren minder pijn. Het risico op loslating of infectie bij het gebruik van wondlijm en hechtingen is verwaarloosbaar (circa 1% van alle gesloten wonden). Wondlijm laat niet significant vaker los dan hechtingen en lijmen brengt geen hoger infectierisico met zich mee. Er is onvoldoende bewijs om een specifieke wondsluitmethode te adviseren voor snijwonden op anatomische locaties met een hoge spanning. Het Friedrichs dogma, waarbij wonden die ouder zijn dan zes uur niet primair mogen worden gesloten, is alleen onderzocht op cavia’s in 1898. Ongecompliceerde, kleine snijwonden kunnen echter na een goed wondtoilet ook na zes uur nog worden gesloten. Op basis van gebruiksgemak, patiëntvriendelijkheid en prijs heeft kleurloze wondlijm de voorkeur, zeker bij kinderen. Gebruik wondlijm niet op slijmvliezen en niet op plekken met veel natuurlijke beharing. Er is geen verschil in cosmetisch resultaat, behandeltijd, pijnervaring en complicaties tussen de verschillende soorten wondlijm.

Wat moet ik doen?

Ga na hoe en wanneer de wond is ontstaan. Beoordeel of er sprake is van risicofactoren die de wondgenezing kunnen beïnvloeden: diabetes mellitus, aanwezigheid van een corpus alienum, zichtbare verontreiniging, wonden groter dan 5 cm, bijtwonden, gebruik van immunosuppresiva en hoge leeftijd. Inspecteer de omvang van de wond, de randen, de diepte, beschadiging van om- en onderliggend weefsel, de vitaliteit, de verontreiniging en beoordeel het infectierisico op de risicofactoren. Verwijs bij (vermoeden van) peesletsel, slechte beoordeelbaarheid van onderliggend letsel of diepte en bij cosmetisch lastige locaties. Overweeg bij wonden met hoog infectierisico eventueel uitgestelde sluiting na drie tot vijf dagen. Laat wonden met actieve infectie open. Reinig de wond met water of desinfectans en zorg zo nodig voor hemostase. Kies een wondsluitmethode: hechtpleister, wondlijm of hechten. Gebruik schone, niet-steriele handschoenen en verdoof (bij hechten) de wond vervolgens door infiltratieanesthesie met een lokaal anestheticum naar keuze. Bij gebruik van wondlijm of hechtpleisters is dit niet nodig. Knip rafelige wondranden eventueel bij. Kies bij een kleine, oppervlakkige wond met weinig spanning eventueel voor hechtpleisters. Maak hiervoor de huid goed droog. Kies de hechtdraad afhankelijk van de lokalisatie, diepte van de wond en gewenste hechttechniek. Houd op basis van eigen ervaringen en advies van de fabrikant rekening met verschil in treksterkte en knoopvastheid. Gebruik niet-oplosbare dunne draad bij transcutaan hechten. Leg bij lijmen de wondranden tegen elkaar aan en breng de wondlijm alleen aan op het epidermale oppervlak van de wond en niet in de basis van de wond om inflammatie te beperken en genezing te bevorderen. Dek de gehechte of gelijmde wond af met een verband of pleister. Overweeg kritisch antibioticaprofylaxe of behandeling met amoxicilline/clavulaanzuur bij wonden met infectie, wonden met zichtbare verontreiniging, immuungecompromitteerde patiënten, kattenbeten en menselijke bijtwonden. Geef een tetanusvaccinatie bij twijfel over de laatste vaccinatie, immuungecompromitteerde patiënten of wanneer de laatste vaccinatie langer dan tien jaar geleden is.

Wat moet ik uitleggen?

Adviseer de patiënt om niet aan de wond te peuteren om loslating te voorkomen. Vraag de patiënt de wond schoon te houden en deze bij vuile werkzaamheden eventueel af te dekken. Douchen mag, maar het lijkt gerechtvaardigd de wond de eerste 24 uur droog te houden. Wondlijm: vertel dat de lijmkorst er vanzelf afvalt. Hechtingen: vraag de patiënt om na vijf tot veertien dagen langs te komen om deze te laten verwijderen, afhankelijk van de lokalisatie en trekbelasting. Licht toe dat het minimaal een jaar duurt voordat het definitieve cosmetische resultaat van het litteken zichtbaar is.

Literatuur

  • 1.Farion K, Osmond MH, Hartling L, Russell KE, Klassen TP, Crumley E, et al. Tissue adhesives for traumatic lacerations in children and adults. Cochrane Database Syst Rev 2009, Issue 3 Art. No.: CD003326.
  • 2.De Bont E, Cals J. Plakken of hechten? Wondsluiting van ongecompliceerde traumatische wonden. Modern Medicine 2011;1:4-7.
  • 3.Goudswaard AN, In ’t Veld CJ, Kramer WLM. Handboek verrichtingen in de huisartsenpraktijk. Houten: Prelum Uitgevers, 2009.

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen