Sinds 2007 is het aantal suïcides in Nederland flink toegenomen, vooral onder mannen tussen de 40 en 60 jaar. Om suïcidepreventie in Nederland te verbeteren is in 2011 de richtlijn Diagnostiek en Behandeling van Suïcidaal Gedrag verschenen. Huisartsen hebben hierin een belangrijke taak en waren daarom nauw betrokken bij het opstellen van de richtlijn. De huisarts behoort bij patiënten met suïcidale gedachten, maar zonder concrete plannen, een psychiatrische anamnese af te nemen en naar depressieve symptomen te vragen. Patiënten mét concrete plannen dienen te worden doorverwezen naar een bevoegd en bekwaam hulpverlener. Wij vroegen huisartsen tussen 1983 en 2013 naar kenmerken van de patiënten die een suïcidepoging deden of overleden door suïcide [kader].