Diagnostiek

Om als huisarts een juiste diagnose te kunnen stellen, is aanvullend onderzoek vaak van belang. Het draagt bij aan een tijdige opsporing van ziekte dan wel het veilig uitsluiten van ziekte. Maar wanneer zet je aanvullend onderzoek in? Hoe helpt het onderzoek de huisarts bij het stellen of uitsluiten van een diagnose? Deze rubriek bespreekt dilemma’s met leerpunten over de waarde van diagnostisch onderzoek. Dit kan gaan over diverse door de huisarts aan te vragen onderzoeken en testen: van een ecg-bepaling tot urinekweek, van spirometrie tot bloedmonsters bij laboratoriumdiagnostiek.

Algemeen

Bekijk voordat je met schrijven begint: 

Omvang

  • Casusbeschrijving: maximaal 150/200 woorden
  • Uitwerking casus: maximaal 600 woorden
  • Voeg waar nodig tabellen, ecg’s, laboratoriumuitslagen et cetera toe.

Inhoudelijke eisen

  • Titel
  • Casus over een diagnostisch dilemma: max. 150/200 woorden
  • Een concrete opgave voor de lezer met de nadruk op informatie van belang voor het te bespreken diagnostische onderzoek
  • Gebruik van tabellen, figuren of foto's strekt tot aanbeveling
  • De uitwerking bevat een (praktische) onderbouwing van het juiste antwoord met bespreking van de indicaties, diagnostische waarde (positief en negatief voorspellende waarden) en beschouwing op de casus. Staaf aanbevelingen met bewijsmateriaal
  • De uitwerking bevat maximaal 600 woorden
  • Vermeld referenties als literatuur onderaan het artikel
  • Auteursinformatie: instantie (waar auteur(s) werkzaam is/zijn), titel auteur(s) (drs. noemen we niet), voorletters (gescheiden door punten) en naam auteur(s), functie auteur(s). Correspondentie: mailadres
    NB We vermelden in principe 1 affiliatie per auteur.
  • Mogelijke belangenverstrengeling: vul in (indien niet aan de orde: niets aangegeven)