Nieuws

Beperkt effect psychologische behandeling bij SOLK

Gepubliceerd
1 december 2015
Dossier
PEARLS bieden de lezer bruikbare wetenschap voor de werkvloer, op basis van de Cochrane Database of Systematic Reviews. De coördinatie is in handen van dr. F.A. van de Laar, Cochrane Primary Health Care Field, Radboudumc Nijmegen • Correspondentie: floris.vandelaar@radboudumc.nl.
Context Er zijn veel verschillende psychologische behandelingen voor patiënten met SOLK en somatoforme stoornissen.
Klinische vraag Wat is het effect van niet-farmacologische interventies bij SOLK en somatoforme stoornissen bij volwassenen vergeleken met gebruikelijke zorg, gestructureerde zorg of andere psychologische behandelingen?
Conclusie auteurs Psychologische behandelingen hebben een klein tot matig effect op het verminderen van klachten in vergelijking met de gebruikelijke zorg (SMD –0,34; 95%-BI –0,53 tot –0,16).1 Na 1 jaar is dit effect minder, maar nog steeds aanwezig (SMD –0,24; 95%-BI –0,37 tot –0,11). Patiënten die een psychologische behandeling krijgen, stoppen wel significant vaker met de behandeling (7% meer uitval). Bij vergelijking van psychologische behandelingen met gestructureerde zorg valt op dat er aan het eind van de behandeling geen significant verschil is in de ernst van de klachten tussen beide behandelgroepen (SMD –0,19; 95%-BI –0,43 tot 0,04). Een jaar na de behandeling wordt er echter wel een klein significant verschil gemeten ten gunste van patiënten die een psychologische behandeling kregen (SMD –0,21; 95%-BI –0,40 tot –0,02). Ook hier was de uitval hoger onder patiënten die de psychologische behandeling ondergingen. De effectiviteit van psychologische behandelingen voor patiënten met SOLK is beperkt. Er lijkt nauwelijks of geen meerwaarde te zijn ten opzichte van het leveren van gestructureerde zorg door de huisarts.
Beperkingen Van alle psychologische behandelingen is alleen cognitieve gedragstherapie als enkelvoudige behandeling goed onderzocht. Het aantal geïncludeerde patiënten in de onderzoeken was per onderzoeksgroep slechts 25 tot 75. Bovendien hadden de deelnemende therapeuten een verschillende achtergrond en opleidingsniveau. Patiënten die deelnamen aan de onderzoeken lijken gemiddeld een ernstiger vorm van SOLK te hebben. Bij de meeste patiënten bestonden de klachten al jaren. Omdat blindering bij de psychologische behandelingen niet mogelijk is, is het risico op bias hoog. In tegenstelling tot de dagelijkse praktijk stonden de patiënten in de onderzoeken open voor een psychologische behandeling.

Literatuur

  • 1.Van Dessel N, Den Boeft M, Van der Wouden JC, Kleinstäuber M, Leone SS, Terluin B, et al. Non-pharmacological interventions for somatoform disorders and medically unexplained physical symptoms (MUPS) in adults. Cochrane Database Syst Rev 2014;11:CD011142.

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen