Praktijk

De regionale huisartsenapp

Gepubliceerd
23 november 2020
Alle HIS-leveranciers bieden (indirect) een app aan waarmee patiënten online afspraken kunnen maken, hun herhaalmedicatie kunnen bestellen, hun dossier kunnen inzien, digitale zelftriage kunnen uitvoeren en e-consulten kunnen aanvragen. Een huisartsenregio kan deze functies ook aanbieden onder de vlag van de eigen regionaam en de eigen look-and-feel. Praktijken hoeven hiervoor niet hetzelfde HIS te hebben. Een regio-app creëert de mogelijkheid om een uniforme digitale voorkant voor alle praktijken in de regio te maken: hét digitale startpunt van huisartsenzorg voor patiënten in een regio.
4 reacties
Regionale huisartsenapp
© ICT Kliniek

Waarom hebben we een regio-app nodig?

Een regio-app zorgt voor een uniforme uitstraling richting patiënten: dit vergroot de herkenbaarheid en draagt bij aan een snellere adoptie onder patiënten. Naam en huisstijl van de app zijn van de regio en huisartsen maken samen reclame voor 1 regionale app. Feitelijk investeren huisartsen dus in hun eigen merk en promoten ze niet het patiëntenportaal of de app (merk) van hun leverancier. Ze zijn onafhankelijk van de leverancier en als ze besluiten van leverancier te wisselen blijft het eigen ‘merk’ bestaan. Bijkomend voordeel is dat patiënten niet hoeven te switchen bij verandering van praktijk.

Door zelf een app aan te bieden wordt geanticipeerd op de voortgaande digitalisering en heeft de patiënt zijn/haar huisarts(praktijk) altijd letterlijk (digitaal) bij de hand. In de regio kunnen doorontwikkelingen binnen de digitale zorg vervolgens centraal via de regio-app gefaciliteerd worden voor alle huisartsen.

Autonomie is een ander groot voordeel: de regio bepaalt zelf wat er in de app komt. Nieuwe features toevoegen? Koppelingen met derden maken? Meetwaarden of vragenlijsten opnemen? Digitale zelftriage van Moet ik naar de dokter? toevoegen of verwijzen naar zelfzorgadviezen van Thuisarts? Het kan allemaal: dat is het grote voordeel van zelf eigenaar zijn.

Door met de regio hetzelfde te kiezen wordt niet alleen aan uniformiteit en standaardisatie in de regio gewerkt, maar zijn er ook kosten- en schaalvoordelen te behalen. Vernieuwing en toevoeging zijn hierdoor in de toekomst sneller en goedkoper te realiseren. Steeds meer regio’s kiezen voor deze oplossing.

Ontwikkelaars van de app

Afhankelijk van de HIS’en in de regio is het Uw Zorg Online framework van Pharmeon te gebruiken of de door Mendix ontwikkelde (HCDO) DrDichtbij variant. Dit zijn HIS-onafhankelijke leveranciers die het product kant-en-klaar kunnen opleveren voor een regio.

De eerste ervaringen

Aty de Ruiter (CMIO bij regio-organisatie UNICUM) geeft aan dat de Zorg4Zeist regio-app een groot succes is. In Zeist heeft al 43% van de inwoners toegang tot de app. Huisartsen zijn vooral enthousiast over het promoten van hun eigen merk en inmiddels hebben 5 andere gemeenten binnen UNICUM-gebied ook hun eigen Zorg4-app.

Nadelen

De voornaamste uitdaging is om iedereen in de regio mee te krijgen en te overtuigen van de meerwaarde van gezamenlijkheid. Daarnaast werkt niet iedere leverancier even voortvarend mee aan het ondersteunen van deze ontwikkeling.

Toekomstplannen

In veel regio’s wordt al gebruikgemaakt van een regio-app. Deze regio’s onderzoeken nu hoe zij als (hybride) coöperatie kunnen samenwerken zodat doorontwikkelingen nog sneller en goedkoper gerealiseerd kunnen worden.

Voor duurzame, toekomstbestendige huisartsenzorg is het nodig om de organisatie van de beroepsgroep te vergroten. Dit kun je vormgeven door de juiste tools in te zetten.

De regionale huisartsenapp is hier een mooi voorbeeld van dat niet alleen werkt voor zorgverleners maar (juist) ook voor de patiënt. En alleen al daarom is het een win-win.

Dit is een bijdrage in de rubriek Best practice die een platform biedt voor innovatieve ontwikkelingen in de huisartsenpraktijk.

 

Wegter HJ. De regionale huisartsen app. Huisarts Wet 2020;63:DOI:10.1007/s12445-020-0931-2.
Mogelijke belangenverstrengeling: de auteur verricht werkzaamheden voor zorggroepen die klant zijn bij Pharmeon.

Reacties (4)

Cals 3 december 2020

Bij dit stukje bekruipt me toch het gevoel van een (betaalde) advertorial. Ofschoon ik digitalisering en e-health toejuich verwacht ik bij beschrijvingen van best practices in ons wetenschappelijke blad toch ook een kritische toets door een onafhankelijke auteur (is dat hier zo?) én vermelding wie de innovatie vermarkt. 

Annet Sollie 23 december 2020

Beste collega Cals,

We begrijpen de kritische noot. Echter, voor dit speciale nummer van H&W rond het thema innovatie/de nieuwe praktijk, hebben we een speciale rubriek gemaakt waarin Best Practices konden worden beschreven die als inspiratie kunnen dienen voor collega’s. Best Practices, het woord zegt het al, zijn innovaties en toepassingen die in de praktijk goed blijken te werken maar waar meestal nog geen wetenschappelijk onderzoek naar gedaan is. Op dit moment ontbreekt het ons nog steeds aan een handzaam instrument om innovaties/apps/toepassingen te evalueren. Wij stonden voor de keus: ofwel deze ervaringen van collega’s niet publiceren of voor het themanummer een uitzondering maken en toch innovaties op een gestructureerde manier onder de aandacht te brengen en collega’s inspireren. Alternatief zou zijn geweest een beoordeling in onze App rubriek, waarbij de beoordeling wordt gedaan door twee redacteuren. Dit heeft als nadeel dat de ervaringen van gebruikers minder aan bod komen

Overigens wordt in deze Best Practice genoemd wie de leveranciers zijn van de regio-app die in Zeist is geïmplementeerd. De auteur benadrukt vooral het concept van hebben van een uniforme regio-app, niet zozeer het hebben van de app van de leveranciers die genoemd worden. Uiteraard waren er wel ‘eisen’ van onze kant aan de Best Practice stukjes: ‘ onwikkelaars/leveranciers moesten worden genoemd, voor- & nadelen, eerste ervaringen, toekomstplannen etcetera.

Graag nodigen we u uit om een voorzet te doen voor de manier waarop dit soort innovaties dan wel, vlot, en wetenschappelijk verantwoord kunnen worden getoetst en onder de aandacht gebracht, wellicht in een samenwerking met NeLL?

 

Namens de redactie

Annet Sollie & Ivo Smeele

 

Cals 30 december 2020

Beste redactie, beste Annet en Ivo,

Ik heb het bewuste themanummer met veel plezier op papier gelezen. De samenhang met de andere bijdrages in de hierboven bedoelde rubriek is in de papieren versie goed herkenbaar. Tegenwoordig lezen we echter veel meer digitaal en (gelukkig) worden H&W bijdragen ook gedeeld op sociale media. Zo kwam ik bovenstaande bijdrage - via een juichend berichtje op LinkedIn - ook tegen. Wellicht werpt die digitale toegang ook licht op mijn reactie. Een link naar een bijdrage in hét wetenschappelijke - en peer-reviewed - tijdschrift voor huisartsen is gratis reclame, en dan ook nog met het ‘Best Practice’ label! Een ‘best practice’ is een techniek of methode die zich als effectiever heeft bewezen dan enige andere techniek. Maar dat was niet een van de vragen aan de auteurs van de rubriek neem ik aan? Ik ben het met jullie eens dat dat juist hét probleem is met vele apps en e-health interventies; dat ze matig of nooit worden onderzocht. NeLL heeft daar zeker goede ideeën over. Het label ‘best practice’ zou ik echt behouden voor wetenschappelijk bewezen innovaties. Want dan wil je toch pas oproepen tot volwaardige verbetertrajecten en implementatie (zie redactioneel)? Verder zou ik ontwikkelaars niet zelf een bijdrage laten schrijven voor een rubriek die best practice heet. Onafhankelijkheid van de auteurs zoals in de bestaande H&W App rubriek lijkt me gepast. Zo houden we de vele e-health/app ontwikkelaars ook gewoon met hun poten in de klei. 

Michiel Hamelink 10 juni 2021

Het idee dat patienten meer inzage krijgen in hun dossier(s) en afspraken kunnen maken etc is op zich fraai. De meeste patienten zitten echter niet te wachten op directe toegang daartoe, begrijpen niet wat er dan staat (en hebben toelichting nodig), of weten niet wat ze ermee kunnen. Autonomie vergroten vereist veel investering (leertraject).

Verder zijn er wel mogelijkheden binnen elk HIS, maar dat heeft ook allerlei haken en ogen. Met uiterste inspanning 2 mensen aangemeld, maar de baat: 0.

In het algemeen blijven mensen ook best wat langer bij 1 dokter, die netjes het dossier bijhoudt. Ook als er van elders informatie wordt aangeleverd. 

Dan bestaat nog het gevaar dat niet-behandelaars (lees verzekeraars en schadeadviseurs en werkgevers en wie al niet) via de patient zomaar inzage kunnen vragen (eisen) rechtstreeks bij de patient. Die in zijn onschuld de toegang even open zet met eventuele gevolgen van dien.

 

Zou het niet veel behulpzamer zijn als de informatiestromen goed bij de huisarts binnenkomen en als behandelaars met een duur electronisch paspoort gebruik kunnen maken van beschikbare data. De systemen zijn er: ION, LSP, UZI.

Nu is ION opengesteld voor doorgave Corona-vaccinatiestatus. Handig. Maar ziekenhuizen, HAPpen, fysio's, apotheken, zelfs collega-huisartsen en wie al niet meer mogen daar nu niet in kijken van de politiek. Omdat mensen in staat geacht worden dit zelf aan die instellingen bekend te maken. (Hoe vaak gaat dat niet mis, met verkeerde gegevensstroom tot gevolg, ie datalek?).

Ook het LSP, bedoeld om de veiligheid te vergroten: mag alleen geraadpleegd worden door HAPpen en ZH-en. Maar de waarnemend huisarts in een vakantie-oord of de dokter die een werknemer met een ongeval elders helpt kan er niet bij!

 

Hier is de politiek aan zet om deze zaken te faciliteren, maar ik pleit voor adequater gebruik van deze reeds bestaande kanalen. Wellicht moeten wij huisartsen hierop meer aandringen, want momenteel beweegt er weinig.

Ik zie daar meer heil in dan in een nieuwe app met nieuwe beperkingen en mn voor nieuwe mega-investeringen.

M. Hamelink te Vlissingen (niet te verwarren met K.H. uit W)

Verder lezen