Nieuws

Familiezorg voor mishandelde kinderen

Gepubliceerd
11 januari 2011

Context Ieder jaar wordt wereldwijd een groot aantal mishandelde of verwaarloosde kinderen uit huis geplaatst. Instanties zijn er verantwoordelijk voor dat deze kinderen in een omgeving worden geplaatst die hun veiligheid en welbevinden bevordert. Uit huis geplaatste kinderen vertonen meer leer-, gedrags- en psychologische problemen dan hun leeftijdgenoten. Het is onduidelijk of dit het gevolg is van de uithuisplaatsing zelf, de voorafgaande mishandeling of de manier en organisatie van de opvang. Klinische vraag Is uithuisplaatsing bij familieleden veiliger, duurzamer en beter voor het welbevinden van mishandelde kinderen dan andere vormen van opvang? Conclusie auteurs Deze review ondersteunt de opvang door familie als uithuisplaatsing van mishandelde kinderen nodig is. Beperkingen De conclusies worden getemperd door de uitgesproken methodologische zwaktes van de geïncludeerde onderzoeken, voornamelijk het onvermogen om bij dit onderwerp randomisatie toe te passen. Bron Winokur M, Holtan A, Valentine D. Kinship care for the safety, permanency, and well-being of children removed from the home for maltreatment. Cochrane Database Syst Rev 2009; Issue 1. Art.No.: CD006546. Deze review bevat 62 quasi-experimentele onderzoeken met meer dan 500.000 kinderen.

Commentaar

Mishandelde of verwaarloosde kinderen kunnen uit huis worden geplaatst en ondergebracht in opvanghuizen, in pleeggezinnen of bij familie. Instanties zochten vroeger bij voorkeur pleegouders die geen familieband met het kind hadden. In de afgelopen jaren is die voorkeur verschoven naar familiezorg. Het is onbekend welk type zorg het best is voor deze groep kinderen. Familiezorg heeft in deze review een brede definitie, namelijk: de zorg voor kinderen door familieleden, leden van een stam of clan (voor de Nederlandse situatie minder relevant), peetouders, stiefouders of andere volwassenen die een familieband met het kind hebben. De auteurs vergeleken familiezorg met de klassieke pleegzorg door pleegouders of -gezinnen zonder familieband met het kind. Ze keken naar verschillen in gedragsproblemen, aanpassingsproblemen, psychiatrische aandoeningen, welbevinden, aantal en lengte van de plaatsingen, kans op terugkeer in het ouderlijk gezin, schoolprestaties en hernieuwde misbruik of mishandeling. Ze presenteerden de gevonden verschillen in statistische significantie. Voor de meeste van de onderzochte items is er een verschil in het voordeel van familiezorg. Het blijft echter onduidelijk of die verschillen ook klinisch relevant zijn omdat bij de meeste uitkomstmaten geen omvang is weergegeven. Baselinemetingen van gedrags-, leer- en psychologische problemen ontbreken in vrijwel alle onderzoeken. Verder blijft onduidelijk of de twee groepen wel vergelijkbaar zijn omdat pleegouders en familiepleegouders verschillend neigen te rapporteren over voorkomende problemen (pleegouders zouden wat objectiever kunnen zijn). Het ligt evenmin voor de hand dat onderzoekers in vervolgonderzoeken kunnen kiezen voor echte randomisatie. Niet het lot moet immers de plaatsing van een kind bepalen, maar gespecialiseerde instanties/medewerkers die de voor- en nadelen zorgvuldig afwegen. Dit maakt het onderzoeksgebied bijzonder lastig en dit type onderzoek zal dan ook niet snel leiden tot hard wetenschappelijk bewijs voor familiezorg of voor pleegzorg. Hoewel huisartsen geen beslissende invloed hebben op een uithuisplaatsing van mishandelde of verwaarloosde kinderen, geeft deze review stof tot nadenken. Als verwaarlozing of mishandeling aan het licht komt, zou een huisarts mee kunnen inventariseren of er mogelijkheden zijn om kinderen bij familie onder te brengen. Huisartsen worden bijna altijd geraadpleegd door het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling en zij kennen vaak ook andere familieleden. In die zin kunnen huisartsen wel invloed uitoefenen. Dit aspect maakt nog geen onderdeel uit van het NHG-Standpunt Huisartsenzorg en jeugd.

PEARLS bieden de lezer bruikbare wetenschap voor de werkvloer, op basis van de Cochrane Database of Systematic Reviews. De coördinatie is in handen van dr. F.A. van de Laar, Cochrane Primary Health Care Field, UMC St Radboud Nijmegen. Correspondentie: F.vandeLaar@elg.umcn.nl

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen