Praktijk

Intervisie onder begeleiding: Positieve ervaringen in Limburg

Gepubliceerd
10 februari 2005

Supervisie is als kwaliteitsinstrument voor het persoonlijk functioneren van de huisarts niet meer weg te denken. Minder bekend is intervisie, waarbij groepen huisartsen op gelijkwaardige basis hun praktijkervaringen uitwisselen. Vaak gaat dat prima, maar soms is begeleiding nuttig om wat meer structuur aan de bijeenkomsten te geven. In Limburg zijn daarmee ervaringen opgedaan.

Zeven huisartsen, vier vrouwen en drie mannen, die zich in de jaren 1998 en 1999 vestigden in Limburg, vormden samen een intervisiegroep: de ‘Young Principal Group’ (YPG). Tien keer per jaar kwamen zij bijeen om elkaar te steunen en te praten over organisatorische problemen in de praktijk. Na een jaar vonden ze dat ze geen optimale resultaten bereikten: door gebrek aan structuur verliepen de bijeenkomsten enigszins chaotisch en de problemen werden onvoldoende uitgediept. Bovendien groeide de behoefte om te reflecteren op het eigen functioneren. Drie jaar geleden besloot de groep dan ook om een intervisiebegeleider in te schakelen. Samen met hem worden de problemen besproken die zich in de eerste jaren van vestiging voordoen.

Leren van elkaar

Samen met collega's leren van actuele ervaringen uit de praktijk; daar gaat het om bij intervisie. Door te reflecteren op problemen, krijg je meer zicht op het ontstaan ervan en je eigen aandeel daarin. En zo komen ook mogelijke oplossingen in het vizier. De werkwijze is hetzelfde als bij supervisie: iemand brengt een casus uit de eigen praktijk in, en deze wordt verder uitgediept door het stellen van vragen door de groep. Deze vragen zetten de inbrenger tot dieper nadenken over het probleem en de eigen mogelijkheden van aanpak. Er ontstaan nieuwe invalshoeken en handvatten om in de toekomst vergelijkbare problemen beter te hanteren. Het blijft niet alleen bij inzicht: de groepsleden kunnen elkaar ook adviseren over mogelijke oplossingen. Op die manier maken alle groepsleden kennis met de inzichten en strategieën van de anderen, zodat het proces leerzaam is voor iedereen. De intervisiebegeleider bewaakt de agenda, de tijd en het proces.

Talloze onderwerpen

De eerste bijeenkomsten van de YPG met de intervisiebegeleider werden vooral gewijd aan problemen in de relatie met patiënten en een aantal thematische problemen. Bijvoorbeeld het omgaan met een patiënt die je irriteert, euthanasievragen, het gevoel dat je als huisarts niet serieus wordt genomen, kritiek en conflictvermijding. Na verloop van tijd kwam de omgang met vakgenoten aan de orde, variërend van relaties in de maatschap, de hagro en het fto tot relaties met collega's uit de regio. Daarnaast kwam de relatie met specialisten, praktijkassistentes en hulpverleners in een verzorgingstehuis ter sprake. Ook in deze periode kwamen patiëntencasus regelmatig terug op de agenda, bijvoorbeeld het omgaan met eisende en somatiserende patiënten. Heftige onderwerpen werden daarbij niet geschuwd: een gewelddadige patiënt die een van de huisartsen bedreigde, en het omgaan met de dood. Verder werd gesproken over het omgaan met moslimmannen door een vrouwelijke huisarts, starten van het werk na een bevalling, de afgrenzing tussen privé en praktijk, en het omgaan met niet-zinvol gevonden medische ingrepen.

Opzet van de bijeenkomsten

Elke intervisiebijeenkomst begint met het terugkijken op de vorige keer: hebben de inbrengers van een casus iets aan de feedback gehad en hoe is het verder gegaan? In een ‘rondje bijpraten’ kunnen de groepsleden kwijt wat hen bezighoudt op dat moment. Vervolgens kunnen actuele onderwerpen worden ingebracht ter bespreking. Twee of drie deelnemers bereiden altijd een onderwerp of patiëntencasus uit de werksituatie voor, meestal op papier. Deze onderwerpen worden dan op de bovenbeschreven manier besproken. Op wens van de deelnemers is het programma een aantal keren bijgesteld. Zo is er meer plaats gekomen voor het ‘rondje bijpraten’, en er zijn thema-avonden geïntroduceerd.

Oordeel van de groep

Na ruim twee jaar intervisie onder begeleiding is de YPG gevraagd hun ervaringen op papier te zetten. Het oordeel van alle zeven deelnemers was positief. De steun van de groep werd door allen als belangrijk punt genoemd, evenals het hebben van een plek waar je je verhaal, gevoelens en onzekerheden kwijt kunt. Groot voordeel werd gezien in het samen met collega's reflecteren op problemen: ‘Je kijkt met een andere blik naar jezelf; dat geeft verdieping en je gaat beter over problemen en mogelijke oplossingen nadenken.’ De herkenning van problemen bij collega's werd als relevante leerervaring gezien. Nadelen van intervisie werden bij deze evaluatie niet genoemd, maar intervisie kost natuurlijk tijd en – indien een begeleider wordt ingeschakeld – geld. Wat betreft de tijdsinvestering gaat het naast de bijeenkomsten zelf ook om voorbereidingstijd. (AS)

De informatie voor dit artikel is afkomstig van drs. G. Benthem, huisartsbegeleider afdeling Huisartsgeneeskunde Universiteit Maastricht, tevens huisartssupervisor, die de YPG in de afgelopen jaren heeft begeleid bij de intervisiebijeenkomsten. Voor meer informatie kunt u bij hem terecht (tel. 043-388 29 93, e-mail gerard.benthem.@hag.unimaas.nl). Ook zijn alle door het NHG erkende huisartssupervisoren opgeleid in het begeleiden van intervisie; meer informatie daarover is te vinden op http://nhg.artsennet.nl (zoektrefwoord ‘supervisie’).

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen