Praktijk

Kennistoets: antwoorden

Gepubliceerd
5 februari 2014
1. Juist / 2. Juist
Een hypertrofische cardiomyopathie is vrijwel altijd een autosomaal dominant overervend ziektebeeld. De huisarts raadt deze patiënten aan geen competitiesporten te doen. Recreatief sporten is geen bezwaar, mits de patiënt niet plotseling stopt met de inspanning.
Van der Wall EE, Van de Werf F, Zijlstra F, redactie. Cardiologie. Houten: Bohn Stafleu van Loghum, 2008.
Prins A, Verheugt FWA, redactie. Cardiologie, serie Praktische Huisartsgeneeskunde. Bohn Stafleu Van Loghum, Houten 2005.
3. Juist / 4. Onjuist / 5. Onjuist
Het aanbevolen screeningsbeleid bij een gezonde vrouw wordt bepaald door haar leeftijd en het levensrisico op borstkanker op basis van haar familiaire belasting. Dit levensrisico wordt ingedeeld in drie klassen: niet substantieel verhoogd (circa 10%), ten minste verdubbeld (ten minste 20%) en mogelijk meer dan verdrievoudigd (ten minste 30%). Eén eerste- en één tweedegraadsverwant met de diagnose mammacarcinoom ná het 50e jaar, zonder bilateraal of multifocaal voorkomen en zonder andere familieleden met kanker betekent een niet substantieel verhoogd levensrisico (circa 10%) op borstkanker. Vrouwen met een matig verhoogd levensrisico (20-30%) komen van hun 40ste tot hun 50ste levensjaar in aanmerking voor een jaarlijkse screening in de vorm van mammografie via de huisarts. De indicatie voor genetisch onderzoek op een mutatie in het BRCA-gen bestaat vanaf een mogelijk sterk verhoogd levensrisico (30% of meer) op borstkanker.
De Bock GH, Beusmans GHMI, Hinloopen RJ , Corsten MC, Salden NMA, Scheele ME, et al. NHG-Standaard Diagnostiek van mammacarcinoom (tweede herziening). www.nhg.org.
6. Juist / 7. Juist / 8. Juist
Een essentiële tremor is een actietremor, waarbij de bovenste ledematen, het hoofd (jaknikken of nee schudden) of de stem het meest zijn aangetast. Er treedt geen stijfheid of traagheid bij op, zoals bij de ziekte van Parkinson, die juist gekenmerkt wordt door een rusttremor. Alcoholinname vermindert bij 50% van de patiënten het beven. Een essentiële tremor komt grotendeels familiair voor (60-70%) en heeft een autosomaal dominant overervingspatroon. Een essentiële tremor is vrijwel altijd symmetrisch aanwezig. Deze vorm van beven kan behandeld worden met bètablokkers.
http://download.nhg.org/FTP_NHG/standaarden/FTR/EssentieleTremor_text.html.
Hijdra A, Koudstaal PJ, Roos RAC, redactie. Neurologie. Vierde herziene druk. Amsterdam: Elsevier gezondheidszorg, 2010.
Eekhof JAH, Knuistingh Neven A, Opstelten W, redactie. Kleine kwalen in de huisartspraktijk. Vijfde druk. Maarssen: Elsevier gezondheidszorg, 2007.
9. Onjuist / 10. Juist
De behandeling van brandwonden is gericht op vermindering van uitdroging en voorkoming van infecties. Blaren worden zo mogelijk leeggepuncteerd, waarna de huid op de brandwond samenvalt. Voor de behandeling van de meeste oppervlakkige tweedegraads brandwonden is vaselinegaas, afgedekt met een tweede laag van hydrofiel of absorberend verband, het middel van eerste keus. Het vaselinegaas blijft op de wond aanwezig tot het vanzelf loslaat bij genezing; de tweede laag kan eenmaal in de 3-5 dagen verwisseld worden. Een gelijkwaardig alternatief zijn hydrocolloïd- of biosynthetische verbanden. Zij zijn in het gebruik echter duurder dan vaselinegaas. Daarnaast hechten zij niet op alle plekken even goed en kan de vrijkomende gel op pus lijken.
Arnold IA, Eekhof JAH, Knuistingh Neven A. Oppervlakkige brandwonden. Huisarts Wet 2004;47:107-10.
Keeman JN, Schadé E, redactie. Spoedeisende hulp in de huisartspraktijk. Tweede herziene druk. Houten: Bohn Stafleu van Loghum, 2008.

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen