De deelnemers waren ten tijde van het vragenlijstonderzoek niet bekend met astma of COPD, althans niet in de huisartsendossiers. Desondanks meldde bijna tweederde (63%) van de respondenten luchtwegklachten. Deze actieve opsporingsmethode is niet alleen efficiënter, maar ook goedkoper dan niets doen, zo concludeert Dirven. In de interventiegroep waren er voor elke nieuwe COPD-patiënt twee keer zo weinig spirometrieën nodig als in de controlegroep (usual care). Daarbij werden drie keer zoveel nieuwe diagnoses COPD gesteld en vier keer zoveel actieve rokers opgespoord. De directe kosten per nieuw gevonden COPD-patiënt waren drie keer zo laag.
Opsporing van COPD blijkt effect te sorteren, weet Dirven: “Stoppen met roken is de meest effectieve manier om COPD aan te pakken. De rokers die deelnamen aan het Preventieconsult COPD, waren veel gemotiveerder om te stoppen met roken dan degenen in de controlegroep. Door vroege diagnosestelling wordt de COPD eerder behandeld met een inhaler. Daardoor nemen de klachten van kortademigheid en hoesten af, neemt de kans op longaanvallen af en lijkt daarmee de kwaliteit van leven te verbeteren.”