Nieuws

Reacties barrières bij gynaecologisch onderzoek [Ingezonden]

Gepubliceerd
11 november 2019

Witte jas

Mijn echtgenoot en collega-huisarts trok bij gynaecologisch onderzoek altijd even een witte jas aan. Dit gaf hem meer professionele distantie, anders voelde hij zich minder comfortabel bij het doen van het onderzoek. Een andere tip: vraag je (vrouwelijke) doktersassistente om erbij te zijn. Tot slot: in de praktijk waar ik werk staat de onderzoekbank direct in het zicht als iemand onverhoopt binnenkomt. Ik zal dan ook altijd toestemming vragen of ik bij gynaecologisch onderzoek de deur op slot mag doen en dat wordt gewaardeerd. Bij mannelijke patiënten vraag ik dat overigens niet.

Froukje Boukes

Immer terughoudend

Nog lang voor de MeToo-discussie opkwam was ik als mannelijke huisarts immer terughoudend om gynaecologisch lichamelijk onderzoek te doen bij vrouwen. Zelfs ‘kijken’ doe ik alleen als ik het echt nodig vind. Bijvoorbeeld omdat klachten niet overgaan of vanwege een anamnese die hiertoe serieus aanleiding geeft. Dit komt omdat ik me bewust ben van de gevoeligheid van het onderzoek en het gevoel dat een vrouw kan hebben bekeken en betast te worden door een man, ook al ben ik huisarts en gebeurt dit om medische redenen. Ik doe wel mijn best vrouwen niet tekort te doen door mijn weloverwogen terughoudendheid. Je wilt natuurlijk ook geen dingen missen. Maar, niet onbelangrijk, ik wil niet verkeerd begrepen worden, laat staan onterecht beticht worden door vrouwen van ongewenste intimiteiten. Het hoeft maar één keer te gebeuren, als iemand iets verkeerd opvat, of gewoon van het padje is, of iets tegen mannen of mijn persoon zou hebben, en mijn carrière is naar de filistijnen. Daarom ben ik terughoudend, ook uit zelfbescherming dus. Ik ben benieuwd hoe andere mannelijke collega’s dit zien en wat de mening is van vrouwelijke collega’s.

Marcel van Philips

Soms handelingsverlegenheid bij genitaal onderzoek

Veel dank voor jouw eerlijke reactie. Je bent niet de enige die hier zo over denkt, voelt en naar handelt. Ik heb in het kader van mijn promotieonderzoek naar de diagnostiek van vulvodynie hier kwalitatief onderzoek naar gedaan en dit genderaspect ten aanzien van terughoudendheid bij gynaecologisch onderzoek dat jij naar voren haalt vonden wij ook. 1 Het Noorse onderzoek bevestigt dit op kwantitatieve wijze met de kanttekening dat culturele en huisartsgeneeskundige waarden en normen in Nederland en Noorwegen kunnen verschillen. En ik heb goed nieuws: Nederlandse vrouwen met vulvodynie die wij hebben geïnterviewd wilden juist graag goed en volledig onderzocht (en seksuologisch bevraagd) worden door de huisarts. Mits — en dat is belangrijk — de huisarts een persoonsgerichte, empathische aanpak heeft en transparant communiceert over zijn/haar aanpak. 2 Wij hebben hienaar geen kwantitatief onderzoek gedaan, maar buitenlandse onderzoeken in gynaecologische settingen bevestigen wel onze bevindingen. Overigens kunnen vrouwelijke huisartsen ook terughoudend zijn bij het onderzoek van de penis.

Hoe dan ook, genitaal onderzoek laat soms handelingsverlegenheid onder artsen zien, en wordt vaak ten onrechte aan factoren van de patiënt geweten terwijl het eigenlijk is gebaseerd op eigen schaamte die tot onnodige terughoudendheid kan leiden. Seksuele grensoverschrijding vindt dan juist niet plaats. De huisarts die grenzen overgaat kent juist geen schaamte en zal niet reflecteren zoals jij dat wel laat zien in jouw reactie. Schaamte is dus een groot goed, maar zet het wel professioneel in. Vrouwen zijn uiteindelijk niet geholpen bij een huisarts die vermijdend of defensief is, hoe goed bedoeld in eerste instantie ook. Vrouwen zijn wel gebaat bij een huisarts die open met haar bespreekt hoe een gynaecologisch onderzoek precies gaat, waarom het nodig is en haar daar toestemming voor vraagt. Ik zou niet weten waarom een mannelijke huisarts dit niet zou kunnen. Ik denk dat het goed is dat (met name mannelijke) huisartsen hierover gaan spreken in intervisie en/of supervisie en dat de huisartsopleiding aan dit genderaspect aandacht besteedt.

Peter Leusink

Literatuur

  • 1.Leusink P, et al. Facilitators and barriers in the diagnostic process of vulvovaginal complaints (vulvodynia) in general practice: a qualitative study. Eur J Gen Pract 2018;24:92-8.
  • 2.Leusink P, et al. Women’s appraisal of the management of vulvodynia by their general practitioner: a qualitative study. Fam Pract 2019 May 10. pii: cmz021. DOI: 10.1093/fampra/cmz021. [Epub ahead of print]

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen