Nieuws

Terugvalpreventie bij stoppen met roken

Gepubliceerd
15 september 2020
Er zijn verschillende effectieve methoden die rokers helpen te stoppen met roken, zoals gedragsmatige ondersteuning en medicamenteuze behandeling. Veel gestopte rokers vallen echter na enige tijd terug en beginnen weer te roken. De auteurs van deze cochranereview onderzochten verschillende interventies voor terugvalpreventie, zoals aanleren van vaardigheden om met verleidingen om te gaan, verlengen van de medicatieduur of aanvullende ondersteuning. Zij concluderen dat gedragsmatige interventies niet effectief zijn, maar verlenging van de duur van medicamenteuze behandeling (vooral met varenicline) mogelijk wel.
0 reacties

De auteurs selecteerden 77 onderzoeken (in totaal 67.285 deelnemers): 21 onderzoeken met een hoog risico op vertekening, 51 met een onduidelijk risico op vertekening en 5 onderzoeken met een laag risico op vertekening.1 Achtenveertig onderzoeken betroffen mensen die waren gestopt (‘stoppers’) en 29 onderzoeken hielpen mensen te stoppen en testten vervolgens behandelingen om terugval te voorkomen. Zesentwintig onderzoeken waren gericht op speciale populaties die waren gestopt, bijvoorbeeld vanwege zwangerschap (18 onderzoeken), ziekenhuisopname (5 onderzoeken) of militaire dienst (3 onderzoeken). In de meeste onderzoeken werden gedragsinterventies gebruikt (aanleren vaardigheden om met de drang om te roken om te gaan of aanvullende ondersteuning). Sommige onderzoeken testten uitgebreide farmacotherapie.

De auteurs concentreerden zich op de resultaten van de onderzoeken die onthouders randomiseerden, aangezien dit de beste test is voor interventies om terugval te voorkomen. Van de 12 analyses toonden 3 farmacotherapieanalyses voordelen van de interventie:

  • varenicline (1 onderzoek 12 weken, 1 onderzoek 40 weken) bij geassisteerde onthouders (2 onderzoeken; n = 1297; risicoratio (RR) 1,23; 95%-BI 1,08 tot 1,41; matige risico op vertekening);

  • rimonabant (anti-obesitasmiddel dat van de markt is gehaald) bij stoppers in de interventiegroep (1 onderzoek; RR 1,29; 95%-BI 1,08 tot 1,55);

  • nicotinevervangende therapie (NRT) bij niet-begeleide onthouders (2 onderzoeken; n = 2261; RR 1,24; 95%-BI 1,04 tot 1,47).

De rest van de analyses van farmacotherapieën bij stoppers hadden niet-significante betrouwbaarheidsintervallen. Deze omvatten NRT bij ziekenhuisopnames (2 onderzoeken; n = 1078; RR 1,23; 95%-BI 0,94 tot 1,60), NRT bij stoppers in de interventiegroep (2 onderzoeken; n = 553; RR 1,04; 95%-BI 0,77 tot 1,40; bewijs met grote kans op vertekening), uitgebreide bupropion bij onthouding van begeleiders (6 onderzoeken; n = 1697; RR 1,15; 95%-BI 0,98 tot 1,35; matige kans op vertekening) en bupropion plus NRT (2 onderzoeken; n = 243; RR 1,18; 95%-BI 0,75 tot 1,87; grote kans op vertekening). Analyses van gedragsinterventies bij stoppers toonden geen effect bij abstinente zwangere en postpartum vrouwen (aan het einde van de zwangerschap en bij postpartum follow-up), bij ziekenhuispatiënten en bij onthouders uit de algemene bevolking met en zonder assistentie.

Gedragsinterventies die mensen leren situaties met een hoog risico op terugval te herkennen en daarmee om te gaan, leverden geen voordeel op bij het voorkomen van terugval bij stoppers in de interventiegroep. Dit komt door de diversiteit van de onderzoeksresultaten. De kans op vertekening van bewijs voor behandelingen met medicijnen varieerde. Er was matige vertekening voor varenicline en bupropion, en hoge kans op vertekening voor nicotinevervangende therapie (NRT) en voor NRT en bupropion samen. De kans op vertekening was groot door de kleine onderzoekspopulaties.

Implicaties voor onderzoek en praktijk

Bij mensen die zijn gestopt met roken is terugvalpreventie van groot belang.23 Dit kan de effecten van stoppen-met-roken-ondersteuning vergroten, evenals de bereidheid van zorgverleners om meer aan stoppen-met-rokenadvisering te doen. Een aantal interventies kan hieraan mogelijk bijdragen, maar het bewijs voor de effectiviteit daarvan is zwak. Bij de actualisering van de richtlijnen moet goed worden gekeken naar het bieden van een gedegen basis om terugval te voorkomen.

Het toepassen van gedragsinterventies om terugval te voorkomen lijkt in de praktijk geen toegevoegde waarde te hebben. Ook is er geen voordeel aangetoond van verlengde nicotine-vervangende behandeling bij rokers die zijn gestopt met begeleiding, maar bij patiënten die zelf zijn gestopt (zonder begeleiding) heeft deze behandeling mogelijk wel effect. Verder kan het verlengen van de duur van farmacotherapie als varenicline enigszins helpen, maar het bewijs hiervoor is ook zwak. Over de optimale duur van het verlengen van het middel (12 weken of zelfs langer) is (nog) geen uitspraak te doen.

Drenthen T. Terugvalpreventie bij stoppen met roken. Huisarts Wet 2020;63:DOI:10.1007/s21445-020-0852-x.
Mogelijke belangverstrengeling: niets aangegeven.
Dit is een PEARL, bruikbare wetenschap voor de werkvloer op basis van de -Cochrane Database of Systematic Reviews.

Literatuur

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen