Praktijk

Triage kan beter

Gepubliceerd
25 juni 2009

Uit het artikel van Derkx et al.1 blijkt dat assistenten bij triage op de huisartsenpost ongeveer de helft van de vragen bij de betreffende klacht, zoals staat aangegeven in de NHG-TelefoonWijzer, niet stelden. Bovendien sloten veel van hun vragen onvoldoende aan bij het stappenplan zoals dat in de TelefoonWijzer wordt aangegeven. Dat leidde er onder meer toe dat de triagist in meer dan 41% van de gevallen de urgentie te laag inschatte. Er werd dan geen consult aangeboden, maar een zelfzorgadvies dat inhoudelijk ook niet klopte. Er valt dus wel wat te verbeteren aan de triage op de dokterspost. Dat zal niet veel anders zijn in de dagpraktijk, zij het dat men daar te maken heeft met de eigen, meer bekende populatie. Een kanttekening hierbij is wel dat dit onderzoek is gehouden toen scholing in triage nog geen gemeengoed was.

Doel triage

Bij triage gaat het niet zozeer om het stellen van een diagnose als wel om het inschatten van de urgentie: hoe snel moet het contact met de arts tot stand komen? Voor de triage in de huisartsenpraktijk of de dokterspost geeft de NHG-TelefoonWijzer handvatten, maar bij scholingen blijkt regelmatig dat de huisartsen (in opleiding) daarin de weg niet weten. Het laat zich raden wat er gebeurt als de TelefoonWijzer beschikbaar wordt gesteld aan praktijkassistenten, zonder verder overleg. Dat is niet de bedoeling, want de huisarts moet zijn assistenten aansturen bij de triage en is verantwoordelijk voor hun werkwijze. Het NHG heeft een cursus Triage in de dagpraktijk ontwikkeld die een tot drie dagdelen kan duren. Daarin komen aan de orde: achtergronden en communicatieve aspecten van telefonische triage en de kwaliteitsborging bij triage door het systematisch nabespreken van triagegesprekken door praktijkassistenten en huisarts(en). Hierbij wordt gebruikgemaakt van casuïstiek, geluidsfragmenten en rollenspelen. Het minimum aantal deelnemers is zes, maar praktijken of gezondheidscentra kunnen zich samen inschrijven De eerste ervaringen van de deelnemers waren zeer positief. U kunt meer informatie opvragen bij Sylvia Vroman, s.vroman@nhg.org.

Triagesystemen

Ziekenhuizen (eerstehulpposten) maken gebruik van andere triagesystemen dan huisartsen, zoals het Manchester en Boston Triage Systeem. Daarnaast zijn er nogal wat verschillen in de plaats waar de triagesystemen worden toegepast en de doelstellingen van de triage. Dat is verwarrend. Het Nederlands Triage Systeem streeft naar een eenduidige uitkomst van triage, onafhankelijk van de plaats waar de patiënt zich meldt. In het NTS wordt niet alleen de urgentie bepaald, maar ook het vervolgtraject. Dit is dan toepasbaar op de gehele keten van de acute zorg. Het NTS kent de volgende stappen:

  • Is er levensgevaar (volgens het ABCD-schema)?
  • Wat is de hulpvraag (‘reason for encounter’)?
  • Kies de ingangsklacht.
  • Bepaal de urgentie.
  • Indiceer van het vervolgtraject.
  • Evalueer het contact: het doorspreken van triage en advies met de patiënt of diens omgeving.
Het wetenschappelijk onderzoek naar de plaats van het NTS kan binnenkort worden afgerond, waarna het NHG scholings- en ondersteuningsmateriaal kan maken. Overigens hebben inzichten uit het NTS nu reeds hun weg gevonden naar de door het NHG aangeboden triagetrainingen.

Literatuur

  • 1.Derkx HP, Rethans JJ, Maiburg BH, Winskens RAG, Muijtjens AM, van Rooij HG et al. De kwaliteit van telefonische triage op huisartsenposten. Huisarts Wet 2009;52:326-32.

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen