Richtlijn

Herziene NHG-Behandelrichtlijn Geneesmiddelen en zuurstof in spoedeisende situaties

Gepubliceerd
1 mei 2020
Dossier
De NHG-Behandelrichtlijn Geneesmiddelen en zuurstof in spoedeisende situaties is volledig herzien. De behandelrichtlijn geeft aanbevelingen over medicatie die de huisarts actief toedient in spoedeisende situaties, vaak in afwachting van een ambulance.
0 reacties

De richtlijn sluit aan bij de ABCDE-systematiek, die ook binnen de ambulancezorg en op de spoedeisende hulp van ziekenhuizen wordt toegepast. In de behandelrichtlijn wordt bij iedere aandoening een helder onderscheid gemaakt tussen ABCDE instabiel en stabiel; bij een instabiele toestand bestaat een direct levensbedreigende situatie.

De behandelrichtlijn geeft aanbevelingen over de toediening van zuurstof en infusievloeistof en over geneesmiddelen bij specifieke aandoeningen. Deze aanbevelingen komen overeen met de in NHG-Standaarden beschreven spoedeisende klachten of aandoeningen, zoals acuut hartfalen, pseudokroep en longaanvallen (exacerbaties) astma en COPD. Daarnaast geeft de behandelrichtlijn aanbevelingen voor toestandsbeelden waarvoor geen NHG-richtlijn bestaat, zoals anafylaxie, epileptisch insult en ernstige agitatie.

Facultatieve geneesmiddelen

Bij het herzien van deze behandelrichtlijn is ernaar gestreefd het aantal geneesmiddelen dat de huisarts bij zich moet hebben zo klein mogelijk te houden. De behandelrichtlijn maakt daarom onderscheid tussen middelen waarbij het raadzaam is dat de huisarts die in de meeste situaties bij zich heeft en facultatieve geneesmiddelen. De huisarts(enpost) kan hierin zelf een keus maken, afhankelijk van setting, populatiegrootte (solo-, groepspraktijk of huisartsenpost), de afstand tot een spoedeisendehulpafdeling of aanrijdtijd van de ambulance.

Aanpassing doseringen en gebruik zuurstof

Een aantal indicaties en doseringen zijn aangepast. Ook is de behandeling van shock toegevoegd, inclusief aanbevelingen over infusievloeistoffen, indien beschikbaar. Bij de behandeling van shock wordt aanbevolen om, indien beschikbaar, ook zuurstof toe te dienen. Het advies bij respiratoir falen zuurstof te titreren op grond van streefwaardes is vervallen voor de eerste 15 minuten. Bij het acuut coronair syndroom is zuurstof (indien beschikbaar) alleen nog bij respiratoir falen of hypoxie geïndiceerd. Morfine bij acuut hartfalen is uitsluitend nog te overwegen bij persisterend hevige onrust, dyspneu, angst of pijn op de borst.

Gewijzigde toedieningsvormen

Daarnaast is ook de toediening van een aantal geneesmiddelen herzien: adrenaline hoeft niet meer verdund te worden toegediend en bij pseudokroep kan dexamethason in de vorm van een oraal toegediende injectievloeistof worden gegeven. Ook kan de huisarts ervoor kiezen medicatie nasaal toe te dienen, met een intranasal mucosal atomization device (MAD) of (liever) met een kant-en-klare neusspray; het gaat daarbij met name om midazolam en fentanyl. Bij kinderen met epilepsie of een koortsstuip is midazolam (intramusculair, intraveneus of eventueel als neusspray) een gelijkwaardig alternatief voor een rectiole met diazepam.

Raadpleeg de volledige versie van de herziene NHG-Behandelrichtlijn op richtlijnen.nhg.org.

De Jong J. Herziene NHG-Behandelrichtlijn Geneesmiddelen en zuurstof in spoedeisende situaties. Huisarts Wet 2020;5. DOI:10.1007/s12445-020-0585-x.
Mogelijke belangenverstrengeling: niets aangegeven.

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen