Praktijk

Kennistoets: antwoorden

Gepubliceerd
2 april 2014
1. Onjuist / 2. Onjuist / 3. Juist
Een acute hepatitis-A-infectie komt vooral voor bij allochtone kinderen en autochtone kinderen en volwassenen die onbeschermd naar endemische gebieden reizen. Bij jonge kinderen is het verloop meestal subklinisch. Vanaf de leeftijd van 5 jaar is de kans op een beloop met klinische ziekteverschijnselen meer dan 75%. Moeheid, soms ernstig en langdurig (enkele maanden), is een van de symptomen, maar strikte bedrust is niet nodig.
Besmetting vindt plaats via fecaal-orale weg. De incubatietijd is gemiddeld 28 dagen. Een patiënt is besmettelijk vanaf ongeveer 3 tot 10 dagen vóór tot 1 week na het ontstaan van de icterus. Ter voorkoming van besmetting van anderen geeft de huisarts het advies thuis te blijven van school of werk tot 1 week na het ontstaan van de icterus en gedurende deze periode strikte hygiëne toe te passen. Hepatitis A geneest volledig zonder medicatie; complicaties of een fulminant beloop komen zelden voor. Voor acute virushepatitis A en C, en voor acute en chronische virushepatitis B geldt een aangifteplicht.
Van Geldrop WJ, Numans ME, Berg HF, Van Putten AM, Scheele ME, Bouma M. NHG-Standaard Virushepatitis en andere leveraandoeningen. www.nhg.org.
4. Onjuist / 5. Onjuist
In de tweede helft van de zwangerschap kan een zwangere vrouw hypertensie ontwikkelen en hypertensieve complicaties, zoals pre-eclampsie (zwangerschapshypertensie met proteïnurie), eclampsie (zwangerschapshypertensie met insulten) en HELLP. Het HELLP-syndroom is een ernstige, multisysteemcomplicatie die zich kenmerkt door hemolyse, gestoorde leverfuncties en een verlaagd aantal trombocyten (hemolysis, elevated liver enzymes, low platelets). Het is belangrijk om te beseffen dat bij 90% van de patiënten met een HELLP-syndroom bovenbuikklachten zoals pijn of een bandgevoel op de voorgrond staan, die al dan niet samengaan met misselijkheid en braken. Bovenbuikklachten leiden meestal niet tot het meten van de bloeddruk, maar in de zwangerschap is daar alle reden voor. HELLP kan ook optreden zonder verhoogde bloeddruk of proteïnurie. Twintig procent van de patiënten met een HELLP-syndroom heeft een normale bloeddruk, maar een ogenschijnlijk normale bloeddruk van 140/80 mmHg kan toch verhoogd zijn als de patiënte tijdens de zwangerschapscontroles steeds bloeddrukken had van 120/70 mmHg. Het ziektebeeld kan zich snel ontwikkelen; zwangere vrouwen met deze alarmsymptomen moeten met spoed worden verwezen naar de tweede of derde lijn, zeker als er sprake is van hypertensie of proteïnurie.
Boomsma LJ, Valeton JWA, Ligthart E, Smit DA, Bekke FM. Bovenbuikklachten in de loop van de zwangerschap: HELLP voor de huisarts. Huisarts Wet 2005;48:185-7.
Vink R, Ganzevoort W, Van der Post JAM, De Pont ACJM. HELLP, een potentieel levensbedreigende aandoening. Huisarts Wet 2013;56:590-3.
Beentjes MM, Weersma RLS, Koch W, Offringa AK, Verduijn MM, Mensink PAJS, et al. NHG-Standaard Zwangerschap en kraamperiode. www.nhg.org.
6. Onjuist / 7. Onjuist / 8. Onjuist
Röntgenonderzoek van de knie is in de huisartsenpraktijk van weinig waarde, omdat de afwezigheid van zichtbare afwijkingen een aandoening (zoals gonartrose) niet uitsluit. Gonartrose is vooral een klinische diagnose en ook voor het vaststellen van de mate van gonartrose is röntgenonderzoek niet zinvol, vanwege het ontbreken van een duidelijk verband tussen de ernst van de klachten en beperkingen enerzijds en de mate van röntgenologische afwijkingen anderzijds. Daarnaast heeft de uitslag van een röntgenfoto geen invloed op het te voeren beleid.
Belo JN, Bierma-Zeinstra SMA, Raaijmakers AJ, Van der Wissel F, Opstelten W. NHG-Standaard Niet-traumatische knieproblemen bij volwassenen. www.nhg.org.
9. Juist / 10. Juist
Overweeg behandeling met inhalatiecorticosteroïden bij patiënten met frequente exacerbaties (twee of meer per jaar); begin bij hen met een proefbehandeling met een inhalatiecorticosteroïd. Zet de behandeling voort bij een afname van het aantal exacerbaties, gemeten aan het aantal kuren orale corticosteroïden of antimicrobiële middelen of ziekenhuisopnamen in verband met COPD. Als de exacerbaties niet afnemen, staak dan de behandeling.
Smeele IJM, Van Weel C, Van Schayck CP, Van der Molen T, Thoonen B, Schermer T, et al. NHG-Standaard COPD. www.nhg.org.

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen