Praktijk

Kennistoets: vragen

Gepubliceerd
2 oktober 2013
De moeder van Ron, 13 jaar, komt samen met haar zoon op het spreekuur. Zij maakt zich zorgen om de houding van Ron. Hij gaat steeds krommer lopen. Ron heeft wel eens last van rugpijn, maar hij vindt de zorgen van zijn moeder overdreven. Bij inspectie vindt de huisarts behoudens een versterkte thoracale kyfose en lumbale lordose geen afwijkingen. De huisarts laat Ron (1) vooroverbuigen. Daarna laat ze hem weer rechtop staan en laat ze hem (2) het bekken naar voren kantelen. Vervolgens laat ze hem (3) de schouders naar achteren brengen. Om onderscheid te maken tussen een soepele (niet-structurele) en een rigide (structurele) vorm van kyfose zijn de volgende onderzoeken zinvol:
1. - het voorover laten buigen (1);
2. - het naar voren laten kantelen van het bekken (2);
3. - het naar achteren laten brengen van de schouders (3).
Mevrouw Van der Giessen, 35 jaar, en 8 weken zwanger, belt de huisarts omdat zij sinds 1 dag bloed verliest en buikpijn heeft. De buikpijn wordt steeds heviger. Bij de anamnese gaat de huisarts na of er risicofactoren zijn voor het optreden van een extra-uteriene graviditeit (EUG). Als anticonceptie heeft zij een tijdlang een IUD gebruikt. Toen zij een paar jaar geleden zwanger wilde worden, bleek er sprake te zijn van subfertiliteit. Uiteindelijk is zij door middel van IVF zwanger geworden. De moeder van mevrouw Van der Giessen is rondom de geboorte van haar dochter met DES behandeld. Een risicofactor/risicofactoren voor het optreden van een EUG is/zijn in dit geval:
4. - het gebruik van een IUD in het verleden;
5. - de toepassing van IVF;
6. - het DES-gebruik van haar moeder.
De huisarts heeft in zijn praktijk alle patiënten die chronisch slaapmiddelen gebruiken opgeroepen om over dit gebruik te spreken. Zo ook mevrouw Boer, 44 jaar: zij komt vervolgens op het spreekuur en bespreekt haar slaapproblemen met de huisarts. De huisarts geeft haar onder meer het advies om als zij (1) na een kwartier nog niet slaapt weer op te staan en pas naar bed te gaan als zij weer slaperig is. De huisarts stelt voor om de slaapmedicatie af te bouwen. Hij legt uit dat hij de temazepam die zij gebruikt eerst wil omzetten in diazepam.
7. De tijdsduur na (1) is correct.
8. Omzetten van temazepam in diazepam is hier correct.
Mevrouw Drost, 75 jaar, heeft één maand geleden een proximale diepe veneuze trombose in haar linkerbeen doorgemaakt. Ze gebruikt antistolling en heeft een elastische kous aangemeten gekregen. Ze bezoekt nu het spreekuur omdat ze vragen heeft over de elastische kous. Ze wil weten waarom ze die moet dragen en hoe lang dat nodig is.
De huisarts legt uit dat het dragen van de kous (1) de kans op een posttrombotisch syndroom doet afnemen. Verder zegt ze dat ze de kous (2) ten minste 5 jaar moet dragen.
9. De bewering van de huisarts na (1) is correct.
10. De bewering van de huisarts na (2) is correct.
De antwoorden staan op pagina 552.

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen