Wetenschap

Patiënten en huisartsen ervaren empathie verschillend

Gepubliceerd
6 maart 2019
Wanneer een arts empathie toont, heeft dat een positief effect op gezondheidsuitkomsten. Onderzoek naar empathie richt zich vaker op de ervaring van huisartsen, dan op de beleving van patiënten. Daardoor is niet duidelijk of huisarts en patiënt hetzelfde denken over empathie.
0 reacties

Samenvatting

Inleiding Wanneer een arts empathie toont, heeft dat een positief effect op gezondheidsuitkomsten. Onderzoek naar empathie richt zich vaker op de ervaring van huisartsen, dan op de beleving van patiënten. Daardoor is niet duidelijk of huisarts en patiënt hetzelfde denken over empathie.

Methode Van november 2016 tot en met februari 2017 vond een cross-sectioneel onderzoek plaats. De deelnemende huisartsen en patiënten vulden direct na een consult een vragenlijst over de ervaren empathie in. Patiënten kregen de Consultation and Relational Empathy-vragenlijst voorgelegd (CARE, 10 tot 50 punten). Huisartsen vulden een variant van deze lijst in, waarbij de vragen geherformuleerd waren vanuit het perspectief van de huisarts.

Resultaten Het onderzoek betrof 147 consulten van 34 verschillende huisartsen uit 16 praktijken. Voor de analyse waren 143 vragenlijsten bruikbaar. Patiënten scoorden op een schaal van 10 tot 50 de door de huisarts getoonde empathie significant hoger dan de huisartsen, respectievelijk 42,1 en 31,6 [p < 0,0001). De correlatie tussen de score van de patiënt en de huisarts was laag (r = 0,06).

Conclusie Huisartsen scoren de door hen getoonde empathie consequent en statistisch significant lager dan de patiënten de ervaren empathie scoren. De wijze waarop huisartsen empathie beleven is nauwelijks voorspellend voor de manier waarop patiënten die ervaren. Patiënten zijn (zeer) positief over de door hun huisarts getoonde empathie.

Wat is bekend?

  • Empathische communicatie is een belangrijke factor in huisartsgeneeskundige zorg. Het tonen van empathie verhoogt onder andere de patiënttevredenheid en versterkt de relatie met de patiënt.

  • Onderzoek naar empathie richt zich vaker op de ervaring van huisartsen dan op de beleving van patiënten.

  • Empathie is subjectief; er is weinig kennis over de manier waarop huisartsen en hun patiënten de empathie tijdens een consult ervaren.

Wat is nieuw?

  • Huisartsen scoren de door hen getoonde empathie consequent en statistisch significant lager dan de patiënten de ervaren empathie scoren.

  • Patiënten vinden hun huisarts (zeer) empathisch.

  • Huisartsen onderschatten hun empathisch vermogen, terwijl ze er vertrouwen in mogen hebben.

Inleiding

Empathie wordt wereldwijd beschouwd als een belangrijke factor voor goede huisartsgeneeskundige zorg.123 In deze context betreft empathie het vermogen van de arts om de situatie, het perspectief en het gevoel van de patiënt te begrijpen, dit begrip te tonen en te toetsen op juistheid, en op basis hiervan op een behulpzame, therapeutische manier te handelen.24 Een empathische communicatiestijl verhoogt de patiënttevredenheid567 en versterkt de arts-patiëntrelatie.18 Empathie heeft daarmee een positieve invloed op de diagnostiek en de behandeling.1491011 Empathische communicatie is complex doordat ze zich op drie niveaus uit: attitude, vaardigheden en gedrag.

Voor het verbeteren van de kwaliteit van de zorg is het zinvol om ook te kijken naar de mate waarin huisartsen empathisch zijn. De meningen over het empathisch vermogen van de huisarts, de betekenis en inzet ervan, verschillen nogal onder (huis)artsen.1213 De vraag dringt zich op wie bepaalt of een huisarts empathisch is: de huisarts zelf, de patiënt of beiden? Er zijn diverse vragenlijsten beschikbaar om empathie te meten en het effect ervan op zorgindicatoren te bepalen.14 Empathie kan worden gemeten door te vragen naar de mening van de arts zelf, die van een externe beoordelaar of die van de patiënt. Het is nog niet bekend of huisartsen en patiënten hetzelfde denken over de door de huisartsen getoonde empathie tijdens een consult.

Een empathische communicatiestijl verhoogt de patiënttevredenheid en versterkt de arts-patiëntrelatie

De literatuur over het meten van empathie richt zich veelal op studenten en artsen, en in mindere mate op patiënten.41516 Wanneer het aan patiënten wordt gevraagd, betreft het opvallend vaak onderzoek over de testeigenschappen van de vragenlijsten, zoals de betrouwbaarheid en validiteit, en niet zozeer over de tevredenheid over de zorg.1517181920 Onderzoeken die wél het effect van empathie op de geleverde zorg meten, gebruiken vaak de mening van artsen, studenten of externe beoordelaars als maat en minder vaak die van patiënten of die van beide groepen.414 Onderzoek wijst uit dat huisartsen in de dagelijkse patiëntenzorg empathie beter inzetten dan in onderwijssituaties en dat het empatisch vermogen van zorgverleners toeneemt met hun werkervaring.1821 Een enkel onderzoek heeft wel artsen én patiënten naar empathie gevraagd, maar daarbij ging het niet om de ervaren empathie tijdens het zorgcontact; onderzoekers vonden overeenkomsten en verschillen in de ervaren empathie.19222324 Het maakt dus uit wie je naar empathie vraagt en onder welke omstandigheden je empathie meet.

Dit onderzoek richt zich op de mate waarin patiënten en huisartsen hetzelfde denken over de door huisartsen getoonde empathie tijdens een consult.

Patiënten zijn (zeer) positief over de getoonde empathie van hun huisarts

Methode

Onderzoeksontwerp

Tussen december 2016 en maart 2017 vond in zestien huisartsenpraktijken in Nederland een cross-sectioneel onderzoek plaats. Daarbij werden de consulten tussen huisartsen en patiënten voorafgaand aan het consult gerandomiseerd, zonder de huisarts daarvan op de hoogte te stellen. Spoedconsulten en visites vielen buiten het bestek van het onderzoek. Na het consult vroegen de onderzoekers om toestemming voor deelname, en vulden de huisarts en patiënt vervolgens afzonderlijk een vragenlijst in. Per huisarts includeerden de onderzoekers maximaal vijf consulten.

Deelnemers

De onderzoekers hebben huisartsen uit hun eigen netwerk en door middel van snowball sampling geworven. Er waren geen exclusiecriteria voor huisartsen. Alle Nederlands sprekende patiënten met een leeftijd van ≥ 18 jaar kwamen in aanmerking voor deelname. Om een gemiddeld verschil van 5 te vinden met een standaarddeviatie (sd) van 5, een α van 0,05 en een power van 0,80, probeerden de onderzoekers minimaal 34 verschillende huisartsen te includeren.

Meetinstrumenten

De patiënten vulden de Nederlandse gevalideerde versie van de Consultation and Relational Empathy (CARE) vragenlijst in [kader 1].20 Deze vragenlijst meet met behulp van tien vragen de perceptie van patiënten van de getoonde empathie op een vijfpuntslikertschaal (1 = slecht tot 5 = uitstekend), met een totaalscore van 10 tot 50.2526 De onderzoekers pasten de Nederlandse CARE-vragenlijst zo aan dat deze ook aan de huisartsen kon worden voorgelegd [kader 2]. Huisartsen en hun patiënten vulden dus ongeveer dezelfde vragen in. Daarnaast beantwoordden de huisartsen vragen over het geslacht, de leeftijd en de reden voor het huisartsbezoek van de patiënt, hun eigen werkervaring en de uitlooptijd van het spreekuur. De onderzoekers vermoedden dat patiënten de ervaren empathie lager zouden scoren naarmate het spreekuur meer was uitgelopen.

Kader 1

CARE-Vragenlijst voor patiënten

Hoe goed was de dokter in …

1. … u op uw gemak stellen.

(was vriendelijk en warm, behandelde u respectvol, niet afstandelijk of kortaf)

2. … u uw ‘eigen verhaal’ laten vertellen.

(gaf u de tijd om uw klachten volledig in eigen woorden te beschrijven; zonder u te onderbreken of af te leiden)

3. … echt naar u luisteren.

(schonk aandacht aan wat u vertelde; keek niet naar aantekeningen of de computer terwijl u aan het praten was)

4. … in u als persoon geïnteresseerd zijn.

(vroeg naar/wist van relevante gebeurtenissen uit uw leven, uw situatie; behandelde u niet als een nummer)

5. … volledig begrijpen van uw zorgen.

(liet u merken dat hij/zij uw zorgen goed begrepen had; zonder dingen over het hoofd te zien of te bagatelliseren)

6. … tonen van zorgzaamheid en medeleven.

(kwam oprecht betrokken over, sprak met u van mens tot mens; zonder onverschillig of afstandelijk te zijn)

7. … positief zijn.

(had een positieve benadering en een positieve houding; was eerlijk maar niet negatief over uw problemen)

8. … duidelijk uitleggen van dingen.

(beantwoordde uw vragen volledig; legde duidelijk uit, gaf u passende informatie, zonder vaag te zijn)

9. … u helpen zelf de regie te nemen.

(onderzocht met u wat u zelf kunt doen om uw gezondheid te verbeteren, moedigde u aan in plaats van u ‘de les te lezen’)

10. … opstellen van een plan van aanpak met u.

(besprak de mogelijkheden met u, betrok u in beslissingen zoveel als u wilde, zonder uw opvattingen te negeren)

Huisartsen mogen vertrouwen hebben in hun empathisch vermogen

Kader 2

Geherformuleerde vragenlijst voor huisartsen

Hoe goed was u in …

1. … uw patiënt op zijn/haar gemak stellen.

(u was vriendelijk en warm, behandelde hem/haar respectvol, niet afstandelijk of kortaf)

2. … de patiënt zijn/haar ‘eigen verhaal’ laten vertellen.

(u gaf hem/haar de tijd om zijn/haar klachten volledig in eigen woorden te beschrijven; zonder hem/haar te onderbreken of af te leiden)

3. … echt naar uw patiënt luisteren.

(schonk aandacht aan wat uw patiënt vertelde; keek niet naar aantekeningen of de computer terwijl hij/zij aan het praten was)

4. … in uw patiënt als persoon geïnteresseerd zijn.

(vroeg naar/wist van relevante gebeurtenissen uit zijn/haar leven, zijn/haar situatie; behandelde uw patiënt niet als een nummer)

5. … volledig begrijpen van de zorgen van uw patiënt.

(liet uw patiënt merken dat u zijn/haar zorgen goed begrepen had; zonder dingen over het hoofd te zien of te bagatelliseren)

6. … tonen van zorgzaamheid en medeleven.

(kwam oprecht betrokken over, sprak met uw patiënt van mens tot mens; zonder onverschillig of afstandelijk te zijn)

7. … positief zijn.

(had een positieve benadering en een positieve houding; was eerlijk maar niet negatief over de problemen van uw patiënt)

8. … duidelijk uitleggen van dingen.

(beantwoordde de vragen van uw patiënt volledig; legde duidelijk uit, gaf uw patiënt passende informatie, zonder vaag te zijn)

9. … uw patiënt helpen zelf de regie te nemen.

(onderzocht met uw patiënt wat hij/zij zelf kan doen om zijn/haar gezondheid te verbeteren, moedigde uw patiënt aan in plaats van hem/haar ‘de les te lezen’)

10. … opstellen van een plan van aanpak met uw patiënt.

(besprak de mogelijkheden met hem/haar, betrok uw patiënt in beslissingen zoveel als hij/zij wilde, zonder de opvattingen van uw patiënt te negeren)

Statistische analyse

Voor elk consult berekenden de onderzoekers de totale score en het verschil tussen de scores van huisartsen en hun patiënt. Vervolgens gebruikten ze een random effect-model (mixed model) om het verschil te toetsen (two-way mixed intraclass correlation coefficient op basis van een absolute-agreement-definitie).27 Daarnaast gebruikten ze een eenwegsvariantieanalyse (ANOVA) om te onderzoeken of deelnemen van één huisarts in meerdere consultaties de uitkomsten zou beïnvloeden.

Resultaten

Kenmerken van de deelnemers

De onderzoekers verzamelden gegevens van 147 consulten in 16 huisartsenpraktijken bij 34 verschillende huisartsen. Het betrof zowel academische als niet-academische huisartsen. Voor de analyse waren 143 consulten geschikt. Kenmerken van consulten en deelnemers zijn weergegeven in tabel 1.

Primaire uitkomsten

De gemiddelde zelfgerapporteerde score van huisartsen was 31,6 (sd 4,2; spreiding 24 tot 41). De gemiddelde patiëntscore voor de CARE-vragenlijst was 42,1 (sd 7,0; spreiding 20 tot 50). Huisartsen scoorden de door hen getoonde empathie significant lager dan hun patiënten, met een gemiddeld verschil van 10,6 (95%-BI 9,3 tot 11,8; spreiding -7,0 tot 24,0). Na correctie voor het gebruik van eenzelfde huisarts in meerdere consulten vonden de onderzoekers een gemiddeld verschil van 10,64 (95%-BI 9,0 tot 12,27). In 131 van de 143 consulten scoorden patiënten de getoonde empathie hoger dan huisartsen. De intraclasscorrelatiecoëfficiënt tussen de scores van huisartsen en hun patiënten was 0,06 (95%-BI -0,52 tot 0,19; p = 0,023).

Correctie voor mogelijke confounders

De onderzoekers vonden geen statistisch significante verschillen voor de volgende mogelijke confounders: reden voor het consult (p = 0,66), uitloop van het spreekuur (p = 0,41), leeftijd van de patiënt (p = 0,54), geslacht van de patiënt (p = 0,44), geslacht van de huisarts (p = 0,53) en jaren werkervaring (p = 0,12). Beschrijvende statistieken van deze variabelen staan in tabel 2.

Beschouwing

Dit is het eerste onderzoek dat de door patiënten ervaren empathie vergelijkt met de volgens huisartsen getoonde empathie. Huisartsen beoordelen de door hen getoonde empathie tijdens een consult significant en systematisch lager dan hun patiënten. De beleving van huisartsen van de door hen getoonde empathie is nauwelijks voorspellend voor die van patiënten. De laatsten zijn (zeer) positief over de getoonde empathie van hun huisarts.

Dit onderzoek laat zien dat patiënten veel empathie ervaren tijdens het consult met hun huisarts. Dit komt overeen met de bevindingen van eerder onderzoek.2026 Bovendien toont het aan dat patiënten hun huisarts nog steeds als erg empathisch beschouwen, ook al wekte eerder onderzoek een andere indruk doordat bleek dat de mate van getoonde empathie gedurende de medische opleiding afneemt.28.

In de recente discussie rond het thema empathie in dit blad kwam naar voren dat de beroepsgroep vindt dat niet elk consult dezelfde mate van empathie behoeft en dat empathie er niet toe mag leiden dat de huisarts de wensen van de patiënt maar klakkeloos volgt.29 Niet elk consult heeft (dezelfde mate van) empathie nodig en het tonen van empathie hoeft het nemen van professionele, doelmatige keuzen niet in de weg te staan. Over de gepastheid en het effect van empathie valt op basis van dit onderzoek geen conclusies trekken. Wel lijkt het erop dat huisartsen de door hen getoond empathie tijdens het consult systematisch onderschatten.

Uiteraard moeten we voorzichtig zijn met het interpreteren van de resultaten omdat het onderzoek is uitgevoerd bij een selecte groep huisartsen, die mogelijk een specifieke belangstelling heeft voor het onderwerp. Bovendien waren deze huisartsen op de hoogte van het onderwerp van het onderzoek, waardoor ze wellicht meer gericht waren op empathisch communiceren. De onderzoekers hebben geprobeerd deze invloed zo klein mogelijk te houden door huisartsen (en patiënten) pas na het consult te vragen om het consult te evalueren.

Hoe kunnen we het verschil tussen de gegeven empathie volgens de huisartsen en de ervaren empathie door patiënten nu verklaren? Een mogelijke verklaring is dat huisartsen hun eigen empathische gedrag onderschatten. Ook zou het kunnen zijn dat empathie zo is ingebouwd in de communicatiestijl van huisartsen dat deze het heel natuurlijk vinden om hun consulten op deze manier te voeren. Het is ook mogelijk dat patiënten de empathie hoog scoren omdat ze hun huisarts over het algemeen als erg prettig ervaren.

Conclusie

Tegenwoordig staat het inzetten van empathie onder druk door praktijkorganisatorische factoren, zoals triage door de assistentes, het gebruik van de computer en de focus op ketenzorg en protocollen.12 Toch blijkt uit dit onderzoek dat huisartsen vertrouwen mogen hebben in hun empathisch vermogen en zich bewust moeten zijn van het verschil tussen de door de patiënt ervaren empathie en de door henzelf ingeschatte empathie. Mogelijk kan een groter vertrouwen in de eigen empathische vaardigheden zelfs resulteren in een nog betere persoonsgerichte communicatie en een verdere verbetering van de kwaliteit van zorg.

Tabel 1: Kenmerken van deelnemers en consulten
  N %
Geslacht van patiënten, n = 143    
Man  60 42,0
Vrouw  83 58,0
Leeftijd, jaar    
18 tot 24  12  8,4
25 tot 64  86 60,1
≥ 65  45 31,5
Geslacht van huisartsen, n = 34    
Man  15 44,1
Vrouw  19 55,9
Werkervaring, jaar    
< 10  11 32,4
10 tot 20   9 26,5
> 20  14 41,2
Consulten, n = 143    
Reden voor consultatie    
Lichamelijk 101 70,6
Psychosociaal   8  5,6
Zowel lichamelijk als psychosociaal  34 23,8
Uitlooptijd van het spreekuur    
Geen  51 35,7
5 tot 15 minuten  70 49,0
> 15 minuten  22 15,4
Tabel 2: Scores op (gemodificeerde) CARA-vragenlijst naar geslacht, leeftijd, werkervaring, reden voor consultatie, en uitlooptijd spreekuur
  Aantal Score huisarts Score patiënt Gemiddeld verschil SEM SD
Patiënten, n = 143            
Geslacht            
Man  60 31,75 41,12  9,37 0,99 7,68
Vrouw  83 31,42 42,86 11,44 0,78 7,13
Leeftijd, jaar            
18 tot 24  12 29,75 40,63 10,88 1,65 5,73
25 tot 64  86 31,76 43,18 11,43 0,74 6,84
≥ 65  45 31,65 40,50  8,85 1,29 8,62
Geslacht huisartsen (aantal patiënten)            
Man  67 32,12 41,47  9,35 0,88 7,22
Vrouw  76 31,06 42,70 11,65 0,86 7,46
Werkervaring, jaren (aantal patiënten)            
< 10  41 31,06 43,89 12,83 0,99 6,34
10 tot 20  38 30,74 42,54 11,80 1,19 7,31
> 20  64 32,35 40,75  8,39 0,95 7,61
Consulten, n = 143            
Reden voor consultatie            
Lichamelijk 101 31,41 41,69 10,28 0,75 7,53
Psychosociaal   8 32,81 46,29 13,48 1,92 5,44
Zowel lichamelijk als psychosociaal  34 31,69 42,44 10,75 1,28 7,49
Uitlooptijd van het spreekuur            
Geen  51 31,73 43,12 11,38 1,04 7,41
5 tot 15 minuten  70 31,35 41,98 10,64 0,91 7,59
> 15 minuten  22 31,80 40,29  8,49 1,44 6,76
Hermans L, Olde Hartman T, Dielissen P. Patiënten en huisartsen ervaren empathie verschillend. Huisarts Wet Huisarts Wet 2019;62:DOI:10.1007/s12445-019-0033-y.
Mogelijke belangenverstrengeling: niets aangegeven.
Dit is een bewerkte vertaling van Hermans L, Olde Hartman T, Dielissen P. Differences between GP perception of delivered empathy and patient-perceived empathy: a cross-sectional study in primary care. Br J Gen Pract 2018;68:e621-6. Publicatie gebeurt met toestemming.

Literatuur

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen