Nieuws

Respect!?

Gepubliceerd
10 augustus 2008

Tijdens het galabal van een WONCA-congres in Barcelona dansten mijn vrouw en ik langs de gastheer en diens vrouw, met wie wij goede relaties onderhielden. Omdat wij het hammondorgel wat schamel vonden, vroeg ik in het voorbijglijden wanneer de flamingozangers kwamen. De daaropvolgende scène was enigszins pijnlijk. Hij liet zijn geliefde los, nam de houding van een toreador van grote allure aan en schreeuwde met woeste zwarte ogen en rollende r: ‘Wen joe ken doe it betterrrr, doe it joerrrself!’ Wij Nederlanders noemen graag man en paard; de waarheid mag gezegd worden. Bij ons is ‘laten we elkaar geen mietje noemen’ een veelgebruikt gezegde. Maar in veel andere landen is daar geen equivalent voor. Hoe prettig het is dat je hier mag zeggen wat je vindt, merk ik eens te meer in mijn huidige werk als ik van tijd tot tijd zaken doe met Japanners. Waar wij proberen zo helder mogelijk te zijn, stellen zij alles in het werk om de bedoelingen zo duister mogelijk te houden.

In de geneeskunde is open en eerlijk zijn een verworvenheid van de laatste decennia. De moeilijkheid zit ’m echter in het onderkennen waar de grens ligt tussen openheid die heilzaam en ruimtescheppend is, en openheid die onnodig hard en wreed is. Nu wij in onze directe omgeving met de vierde ongeneeslijk zieke patiënt te maken hadden, verwart mij dit dilemma steeds meer. Voor al deze vier vrienden of bekenden gaat op wat onderzoekers hebben geconcludeerd, namelijk dat we de meeste kosten maken in het laatste jaar van ons leven. In alle vier gevallen is er een groot scala aan medische ingrepen in de niet te winnen strijd geworpen. De patiënten hadden een maandenlange martelende lijdensweg als laatste herinnering aan het leven op het moment dat zij de verlossende zegen van de laatste adem mochten beleven. Steeds opnieuw bleek de omgeving (terecht) niets te hebben gezien in de vrijwel kansloze en uiterst belastende behandelingen. Ook de huisartsen bleken te behoren tot degenen die voor niet behandelen zouden hebben gekozen. Net als enkele dierbaren om de patiënten heen hadden zij dat ook laten weten, maar uit respect voor de patiënt waren zij er direct over opgehouden als deze liet merken er niet voor open te staan.

Ik heb hetzelfde gedaan en blijf daarover met grote twijfels zitten. Natuurlijk is het hard als je iemand de hoop ontneemt door aannemelijk te maken dat de kansen op genezing klein zijn en de naderende dood dus onvermijdelijk. Maar, zo pijnig ik mezelf nog steeds, wie heb ik nou beschermd toen ik meeging in valsehoopverhalen: de patiënt of mijzelf? Ik weet het zeker: alle vier patiënten zouden het hun omgeving - en dus ook mij - tijdens hun vreselijke ziekenhuisellende kwalijk hebben genomen als ze zich hadden gerealiseerd dat wij vrij zeker wisten wat hen te wachten stond. ‘Maar je wilde het niet horen!’, zou ik tegenwerpen. ‘Dan had je wel eens wat meer mogen aanhouden’, hoor ik hen repliceren. En ik besef dat het leven soms moeilijk is…

Hans van der Voort

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen