Nieuws

Sinusitis: antibiotica én orale corticosteroïden?

Gepubliceerd
4 juli 2012
Context Acute sinusitis is een veelvoorkomende reden om naar de huisarts te gaan. De klachten worden vooral veroorzaakt door zwelling en ontsteking van de nasale en paranasale slijmvliezen. Antibiotica hebben hierbij een beperkt nut maar corticosteroïden zouden gezien hun anti-inflammatoire werking wel effectief kunnen zijn. In dit onderzoek blijkt het nut van intranasale corticosteroïden echter beperkt te zijn en dat wordt mogelijk veroorzaakt door de ontoegankelijkheid van de neusholte door de zwelling van het slijmvlies.1 De review omvat 4 onderzoeken met in totaal 1008 deelnemers.
Klinische vraag Wat is het effect van orale corticosteroïden op het verlichten van de klachten bij acute sinusitis?
Conclusies auteurs Orale corticosteroïden als adjuvante behandeling bij orale antibiotica lijken de klachten van acute sinusitis op korte termijn (4 tot 12 dagen) te kunnen verlichten (RR 1,3; 95%-BI 1,0-1,7). Er waren weinig bijwerkingen en ze waren mild van aard. De auteurs stellen voor om het effect van orale corticosteroïden bij patiënten met een acute sinusitis zowel als monotherapie als gecombineerd met antibiotica verder te onderzoeken in hoog kwalitatieve trials in de eerste lijn.
Beperkingen De geïncludeerde onderzoeken waren beperkt in aantal (vier) en van matige kwaliteit. In deze onderzoeken werd uitsluitend gekeken naar het kortetermijneffect (dag 10 tot 12) en niet naar het effect op langere termijn. Verder ontvingen alle patiënten antibiotica, hoewel bekend is dat het effect hiervan klein is. Bovendien betrof het vooral patiënten bij wie de diagnose acute sinusitis werd gesteld in de tweede lijn. De klinische heterogeniteit en de verschillende follow-uptermijnen in de verschillende trials en het combineren van verschillende eindpunten zijn alle een mogelijke bron van bias.

Commentaar

Hoewel acute sinusitis meestal vanzelf overgaat, zoeken veel patiënten vanwege de pijn hulp bij de huisarts (incidentie 15 tot 30 per 1000 patiënten per jaar). Aangezien de oorzaak van de pijn een obstructie van de openingen tussen neus en bijholten is, lijkt het geen merkwaardige gedachte om dan corticosteroïden voor te schrijven. Helaas leverde onderzoek naar het effect van intranasale corticosteroïden geen overtuigende resultaten op. De auteurs opperen dat de beperkte bereikbaarheid van de neusholten door zwelling van het slijmvlies hiervoor de reden kan zijn. Als orale corticosteroïden wel effect hebben op de (pijn)klachten bij sinusitis, zonder dat er sprake is van bijwerkingen, zou dat voor de huisarts een uitbreiding van zijn therapeutisch arsenaal betekenen.
Hoewel slechts vier onderzoeken konden worden geïncludeerd, is er sprake van een zeer degelijk uitgevoerde review. De auteurs geven op een duidelijke en minutieuze wijze aan waar de beperkingen liggen in de onderzoeken. De voorzichtige conclusie dat orale corticosteroïden als adjuvante behandeling bij orale antibiotica de klachten van een acute sinusitis op korte termijn lijken te kunnen verlichten, wordt dan ook correct genuanceerd.
Niettemin kunnen enkele zaken nog worden uitgelicht. Het belangrijkste verschil met de huidige NHG-Standaard Rhinosinusitis is uiteraard dat die in de meeste gevallen afraadt antibiotica voor te schrijven. Nederlandse huisartsen zullen in het geval van acute sinusitis orale corticosteroïden niet snel combineren met antibiotica en het is dan ook veel interessanter om het effect te onderzoeken van monotherapie van orale corticosteroïden versus NSAID’s en/of lokale decongestiva.
Een ander punt van verschil met de huidige praktijk is de diagnostiek waarbij de huisarts vooral afgaat op de anamnese en niet op de in de review toegepaste aanvullende onderzoeken. Daar komt nog bij dat het in de eerste lijn de voorkeur geniet om te spreken over rhinosinusitis en niet over sinusitis, omdat normaliter zowel de slijmvliezen van de neus als de bijholten zijn ontstoken. In dat licht bezien is het opvallend dat de auteurs de gewone verkoudheid (common cold) hebben geëxcludeerd in hun zoektocht naar geschikte RCT’s, aangezien de grens tussen deze twee diagnoses erg onscherp is.
Samengevat deel ik de conclusie van de auteurs dat orale corticosteroïden als adjuvante therapie bij orale antibiotica de klachten van acute sinusitis op korte termijn lijken te verlichten, maar erg relevant is een en ander pas als dit ook het geval blijkt te zijn zonder antibiotica.

Literatuur

  • 1.Venekamp RP, Thompson ML, Hayward G, Heneghan CJ, Del Mar CB, Perera R, et al. Systemic corticosteroids for acute sinusitis. Cochrane Database of Syst Rev 2011, Issue 12. Art No: CD008115.

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen