Alle nummers
Archief tijdschrift

2021, nummer 7

Jaargang
64

Nieuws

  • Naar een inclusieve huisartsopleiding

    Diversiteit in de Nederlandse zorg en ook bij medische vervolgopleidingen – inclusief de huisartsopleiding – neemt toe. Het opleiden van jonge artsen met een migratieachtergrond brengt nieuwe en uiteenlopende invalshoeken met zich mee. Deze kunnen de zorg persoonsgerichter maken, en daarmee de kwaliteit verbeteren.

  • Abraham [Redactioneel]

    ‘Hé, bestaat de huisartsopleiding pas 50 jaar? Maar er zijn toch al veel langer huisartsen?’ Verbazing als we vertellen dat we werken aan een themanummer over 50 jaar Huisartsopleiding in Nederland. Ja, pas 50 jaar oud! Ondanks dat het beroep huisarts al veel langer bestaat. Een goed moment om bij dit jubileum stil te staan met als thema ‘Opleiden en leren in 50 jaar huisartsopleiding in Nederland: een reflectie op wat we hebben en een blik naar de toekomst’.

  • Ontwrichting van het 50e levensjaar (columns)

    De gastredactie van dit themanummer vroeg aiossen en mensen die betrokken zijn bij de huisartsopleidingen een column te schrijven over de ontwrichting van het 50e levensjaar van de huisartsopleiding. De gastredactie selecteerde uit de inzendingen 6 columns.

  • Leren in de huisartsenpraktijk op verschillende niveaus

    Het verdelen van leren en superviseren over alle stadia van de opleiding wordt ook wel multi level learning genoemd (MLL). In de Nederlandse huisartsenpraktijk is het bekendste voorbeeld daarvan de aios die een coassistent opleidt en tegelijkertijd ook zelf leert van de opleider. Een literatuuronderzoek laat de voordelen van MLL zien en geeft handvatten om MLL succesvol in te zetten.

  • Professionaliteit in de zorg

    Je oom ‘behandelen’, is dat verstandig? Bang voor een conflict met een collega? Wat laat je wel en niet van jezelf zien in je werk? En op LinkedIn? Hoe ver gaat jouw beroepsgeheim? Protocol schuurt met context, en dan? Hoe zorg je dat je fluitend naar je werk blijft gaan, ondanks de hoge werkdruk? Een fout gemaakt, en dan…? Hoe ga je om met maatschappelijke onderwerpen als medicalisering of de groeiende invloed van medische technologie (moet alles wat kan)?

  • Innovatie van de huisartsopleiding bij het LUMC

    De huisartsopleiding van het LUMC in Den Haag experimenteert met een andere opzet van de tweede fase van de opleiding. Die tweede fase bestaat uit de stages ggz en chronische zorg, plus het derde opleidingsjaar in de huisartsenpraktijk. Tijdens het experiment worden aiossen gedurende 18 maanden in 1 opleidingspraktijk ondergebracht, waarbij ggz en ouderenzorg nadrukkelijk onderdeel van de opleiding uitmaken. De innovatie berust op 2 pijlers: zelfsturing van het leren en wijkgericht werken.

  • Empathie van de huisarts in wording

    Empathie is belangrijk voor effectieve arts-patiëntcommunicatie. Je kunt deze vaardigheid ontwikkelen, maar gemakkelijk is dat niet. Een kwalitatief onderzoek laat zien dat eerstejaars aiossen vooral behoefte hebben aan ruimte om te oefenen en aan goede rolmodellen, terwijl derdejaars het liefst leren van feedback van de patiënt.

  • E-portfolio toont weinig zelfregulerend leren

    Het doel van e-portfolio's in de huisartsopleiding is bijdragen aan zelfregulerend leren (ZRL). ZRL bestaat uit zelfbeoordeling, leerdoelen stellen, methoden inzetten om die doelen te bereiken en het resultaat evalueren via reflectie en feedback. Uit een kwalitatieve analyse blijkt echter dat e-portfolio’s sinds de invoering in 2013 weinig van deze aspecten laten zien.

  • Goede relatie, betere opleiding

    Het belangrijkste deel van de huisartsopleiding vindt plaats in de opleidingspraktijk, maar wat bepaalt de effectiviteit hiervan? De auteurs van een systematisch literatuuroverzicht noemen als belangrijkste bepalende factor de persoonlijke band tussen opleider en aios. Veel registreren beschouwen zij als een negatieve factor.

  • Opleiden in samenwerking bij chronische zorg kan beter

    Interprofessionele samenwerking tussen huisarts en praktijkondersteuners is essentieel om goede chronische zorg te kunnen leveren. Het is daarom van belang om aiossen hierin op te leiden. Uit recent onderzoek onder aiossen en praktijkondersteuners in opleidingspraktijken blijkt echter een discrepantie tussen intenties en gedrag. Van tevoren is iedereen enthousiast, maar in de dagelijkse praktijk zijn daadwerkelijke samenwerking en scholing beperkt.

  • Ontwikkelen van competenties met zinvolle beoordelingen

    Bij programmatisch beoordelen kijken docenten naar de gehele ontwikkeling van de student. De leeruitkomsten van de totale opleiding vormen hierbij de ruggegraat. Ook binnen de competentiegerichte medische (vervolg)opleidingen wint dit programmatisch beoordelen terrein Een recente review schetst een positief beeld van de bruikbaarheid van deze methode voor de leerontwikkeling en beoordeling van studenten.

Wetenschap

  • Waartoe leiden wij op?

    Vijftig jaar huisartsopleiding – dat is 50 jaar onderwijs over alles wat toekomstige huisartsen moeten weten, kunnen, doen en zijn. Het doel daarvan? Leren. We zullen beargumenteren dat ‘leren’ geen handige term is als we willen beschrijven wat er nu eigenlijk tijdens de huisartsopleiding gebeurt. De preciezere taal van professionele vorming op 3 doeldomeinen is beter geschikt: kwalificatie, socialisatie en subjectificatie. Met voorbeelden laten we zien hoe deze domeinen een plek (kunnen) krijgen in de huisartsopleiding.

  • De huisartsopleiding in een Europees perspectief

    Volgens de Europese regelgeving gelden huisartsendiploma’s in de hele Europese Unie. Maar beschikken Europese huisartsen wel over dezelfde kennis en vaardigheden? En worden ze op een vergelijkbare wijze opgeleid? Wanneer Europese huisartsen in een ander land gaan werken, zullen ze over dezelfde competenties moeten beschikken. Kennis van huisartsopleidingen in andere Europese landen is dus belangrijk. Daarnaast kunnen de verschillen ons alert maken opbest practicesvan opleidingen in andere landen, zodat we daarvan kunnen leren.

  • Handig worden, vaardig blijven!

    Het aanleren van Medisch Technische Vaardigheden tijdens de huisartsopleiding en nascholing is vooral gericht op het in de vingers krijgen van medische handelingen: dus handig worden. Een vaardige huisarts past de uitvoering van deze handelingen aan eigen talenten, praktijkmogelijkheden en de patiëntenvraag aan. Bovendien zal een vaardige huisarts zich hierin weten te verbeteren. Leren (aanstaande) huisartsen om vaardig te worden of is daar meer voor nodig?

  • EBM-onderwijs en leren van elkaar in de huisartsenpraktijk

    Evidence-based medicine (EBM) werd geïntroduceerd als hulp bij een leven lang leren. Huisartsen hebben tegenwoordig allemaal een computer op zak en kunnen altijd en overal bij evidence. Toch blijkt integratie van deze evidence, de eigen klinische expertise en de patiëntvoorkeuren bij besluitvorming in de praktijk lastig te zijn. De huisartsopleiding kan meer aandacht besteden aan de manier waarop de 3 onderdelen van EBM expliciet aan de orde komen in de (opleidings)praktijk. En aan de wijze waarop aios en opleider van elkaar kunnen leren.

  • Observatie in de opleidingspraktijk

    Aiossen en opleiders vinden observatie van technische vaardigheden vaak lastig, vooral als het gaat om basisartsvaardigheden. Aiossen kunnen bang zijn om door de mand te vallen. Opleiders laten het initiatief graag aan de aios over, omdat zij niet graag de rol van controleur innemen. Opleiders en aiossen moeten worden gestimuleerd om het gesprek aan te gaan over hun eigen en elkaars vaardigheden, en over de wijze waarop ze met observaties willen omgaan.

  • Een academische houding moet je leren

    Academisering van de huisartsopleiding moet ervoor zorgen dat de opleiding kritisch denkende huisartsen aflevert die verdergaan dan het aanbieden van geprotocolleerde zorg. Om dat vorm te geven is het gewenst de kloof tussen zorg, onderwijs en onderzoek te dichten. Hierdoor krijgen huisartsen meer relevante kennis tot hun beschikking en kunnen ze die kennis beter overdragen en ook toepassen op zowel klinische gebieden als onderwijstaken. Een goede arts is, net als een goede onderzoeker, namelijk nieuwsgierig en stelt kritische vragen om vervolgens de klacht van de patiënt te verklaren en te verbeteren. Nieuwsgierigheid vormt de basis voor de academische houding van de huisartsopleider en aios.

  • De huisartsopleiding in Nederland is al 50 jaar een succesformule

    Al sinds het begin vormen de terugkomdag en de samenstelling van de leergroepen de meest opvallende kenmerken van de huisartsopleiding. Waarom is indertijd voor deze opzet gekozen? Informatie uit archieven en interviews met personen die destijds direct betrokken waren bij de opzet van de opleiding geeft daar inzicht in. De achterliggende pedagogisch-didactische visie bleek vooral gestoeld op ervaringsleren, groepsonderwijs en zelfsturing, en paste bij de tijdgeest van de jaren 60 van de vorige eeuw. Balintgroepen waren de belangrijkste inspiratiebron voor de concrete vormgeving.

  • Wat kunnen de medische vervolgopleidingen van elkaar leren?

    Huisartsen en medisch specialisten werken op het gebied van patiëntenzorg dagelijks samen en de schotten in de patiëntenzorg tussen de eerste lijn en de ziekenhuiszorg worden geleidelijk afgebroken. Toch zijn de opleidingen van huisartsen en medisch specialisten nog vrijwel geheel gescheiden domeinen, waartussen nauwelijks uitwisseling en kruisbestuiving plaatsvindt. In dit artikel vergelijk ik de kenmerken van de huisartsopleiding en medisch-specialistische vervolgopleidingen met elkaar en laat ik zien wat beide opleidingen van elkaar kunnen leren.

  • Medisch leiderschap als fundament van de opleiding

    Het zorglandschap blijft continu in beweging en staat voor grote uitdagingen. Om geen speelbal te worden van de veranderingen, is het belangrijk dat huisartsen proactief zijn en de regie houden over hun werk – kortom, medisch leiderschap tonen. De hamvraag is of huisartsopleidingen aiossen daarvoor voldoende toerusten. De huisartsopleiding in Amsterdam heeft een leerlijn Medisch leiderschap ingevoerd. De auteurs gaan graag in gesprek over mogelijkheden om zo’n leerlijn ook in andere huisartsopleidingen te introduceren.

  • Onderzoek van medisch onderwijs onmisbaar voor goede opleiding

    Het opleiden van huisartsen is net zoals dokteren een vak met een wetenschappelijke basis. Daarom wordt er onderzoek naar medisch onderwijs gedaan, dat bijvoorbeeld gericht is op interprofessioneel leren, docentprofessionalisering en toetsen. Een centrale conclusie uit dergelijk onderzoek is dat de ontwikkeling van de huisarts in spe het meest gebaat is bij het opdoen van klinische ervaring in de huisartsenpraktijk. De kwaliteit van deze ervaring blijkt bovendien voor een groot deel af te hangen van de rol van de opleider. De huisartsopleiding ontwikkelt zich op basis van nieuwe medische en onderwijskundige inzichten, en maatschappelijke ontwikkelingen. Willen opleidingen ook in de toekomst goede huisartsen afleveren, dan blijft onderzoek belangrijk.

  • E-healthonderwijs is een nieuwe uitdaging voor de huisartsopleiding

    Om goed voorbereid te zijn op de toekomst moeten aiossen zich ook in e-health verdiepen. Bij de huisartsopleiding ligt de nadruk echter meer op praktijkleren, waardoor nieuwe ontwikkelingen als e-health niet altijd voldoende aandacht krijgen. Aiossen moeten ook maar net een opleider treffen die zich met e-health bezighoudt. E-health verdient meer aandacht tijdens de opleiding, wat zowel de aios, de opleider als de docent ten goede zal komen.

  • Wat leren aiossen van de landelijke kennistoets?

    Al ruim 3 decennia wordt het kennisniveau van aiossen huisartsgeneeskunde getoetst met een schriftelijke voortgangstoets, de Landelijke Huisartsgeneeskundige Kennistoets (LHK). De LHK wordt breed gewaardeerd, maar door de grote nadruk op de selectiefunctie komt het educatieve aspect van de toets niet goed tot zijn recht. Dat blijkt uit onderzoek onder aiossen, docenten en opleiders van de huisartsopleidingen.

  • Een-op-een opleiden is een kwestie van vertrouwen

    De opleiding tot huisarts wordt gekenmerkt door 2 langere stages bij verschillende huisartsopleiders, naast een aantal kortdurende externe stages. Daarbij krijgt de aios een toenemende zelfstandigheid toevertrouwd. Dat vertrouwen is cruciaal tijdens de opleiding en groeit normaliter gestaag tijdens de stage. Diverse (f)actoren spelen een rol bij het opbouwen en geven van vertrouwen.

  • ‘Wie is daar?’ Over professionele identiteitsvorming van de aios

    De huisartsopleiding moet basisartsen leren denken, doen en voelen als ‘echte’ huisartsen. Dat noemen weprofessionele identiteitsvorming. Maar wat is dat precies? Welke rol spelen opleiders daarin? Hoe kun je als huisarts – tot aan je pensioen – aandacht blijven besteden aan je professionele identiteitsvorming? We beantwoorden deze vragen op basis van de literatuur en ons eigen onderzoek.

  • Intraprofessioneel opleiden in de zorg voor het acuut zieke kind noodzakelijk

    De zorg rond een acuut ziek kind is complex: symptomen zijn soms atypisch, ziektebeelden kunnen snel veranderen en het kind en de ouders ervaren vaak stress of angst. In deze complexe setting is een goede samenwerking tussen de eerste en tweede lijn essentieel. Toch worden aiossen in de huidige medische vervolgopleidingen nauwelijks opgeleid in transmuraal samenwerken, terwijl het verwijs- en consultatieproces onderdeel is van het dagelijks werk van de huisarts en specialist. In deze opinie beschrijven wij de meerwaarde van intraprofessioneel opleiden en illustreren deze met een innovatief opleidingsproject. Medische vervolgopleidingen moeten de handen ineenslaan en zorg gaan dragen voor het samen opleiden van aiossen in de zorg voor het acuut zieke kind.

Praktijk

  • Tips voor aiossen en opleiders over Leren van Samen Beslissen

    Samen Beslissen is een competentie die de aios tijdens de huisartsopleiding moet ontwikkelen. Het vraagt om een complexe integratie van medische expertise, evidence en patiëntvoorkeuren in de communicatie tijdens het consult. Deze nascholing laat zien hoe de aios zich in de huisartsenpraktijk kan bekwamen in Samen Beslissen en op welke manier de opleider dit leerproces kan ondersteunen.

  • LHV, InEen en NHG willen meedenken over verbeteren curriculum huisartsopleiding

    Kennis over praktijkmanagement, ontwikkelen van een eigen visie over invulling van je werk als huisarts en samenwerken in de steeds veranderende gezondheidszorg zijn onlosmakelijk verbonden met het huisartsenvak. Het is de vraag of hieraan voldoende aandacht wordt besteed in de huisartsopleiding. Aios willen, zo blijkt uit enquêtes, meer aandacht voor deze aspecten in de opleiding. De brancheverenigingen NHG, LHV en InEen willen graag meedenken over het verbeteren van dit deel van het onderwijs en daarbij een helpende hand bieden. H&W sprak met de bestuurders.

  • De opleidingsdriehoek in beeld

    De aios moet de basiskennis opdoen die het mogelijk maakt om het vak als huisarts te kunnen uitoefenen. De opleiding moet daarnaast ook ruimte bieden voor persoonlijke ontwikkeling en dus voor individuele accenten in de aan te leren competenties. Dat vergt het nodige van de 3 partijen die betrokken zijn bij de opleiding: de aios, de opleider en de docent. Soms wringt dat.

  • De SBOH is meer dan alleen de werkgever van de aios

    Al 32 jaar staat de SBOH de aios, hun opleiders en opleidingsinstituten bij met raad en daad. Als gezamenlijke werkgever van iedere aios regelt de SBOH alle arbeidstechnische aspecten van de opleiding. Daarnaast verdeelt ze geld voor onkosten onder opleiders en opleidingsinstituten. Aan de hand van enkele voorbeelden vertellen voorzitter van de Raad van Bestuur Kees Esser en manager externe zaken Hans Schmidt over de geschiedenis van de SBOH als partner van de 50-jarige opleiding tot huisarts.

NHG Forum

  • 50 jaar huisartsopleiding

    Nog maar 50 jaar geleden was er geen huisartsopleiding: ‘In je eentje draaide je een inloopspreekuur, met klachten waar je niks van snapte.’ Waarom de opleiding de huidige vorm kreeg, vertellen 2 afgestudeerden van de eerste huisartsopleidingen en 1 pas afgestudeerde huisarts.

  • 6-10 juli WONCA Europe Week [Column]

    Voor degenen die nu direct aan chocolade denken: WONCA klinkt niet alleen naar een wereldberoemd karakter van Roald Dahl, maar is ook het acronym van de wereldorganisatie van huisartsen: World Organization of National Colleges, Academies and Academic Associations of General Practitioners/Family Physicians.

  • Verbeterde NHG-richtlijnenwebsite

    De richtlijnenwebsite van het NHG is op basis van gebruikersfeedback verbeterd. De belangrijkste wijziging is dat gebruikers nu ook binnen de richtlijn gericht kunnen zoeken. Daarnaast zijn ook een aantal kleine verbeteringen doorgevoerd, zoals het maken van een actuele pdf en de mogelijkheid om alle NHG-Standaarden en NHG-Behandelrichtlijnen te downloaden. Zo hebben gebruikers ook offline toegang tot de informatie, waar en wanneer zij dat nodig hebben.

  • Ideeën gezocht voor onderzoek alledaagse ziekten

    De Stichting Fonds Alledaagse Ziekten nodigt u uit om ideeën in te dienen voor een onderzoeksproject op het gebied van alledaagse ziekten in de huisartsenpraktijk. Het thema van de ronde 2021 is ‘Alledaagse aandoeningen bij vrouwen’.