Alle nummers
Archief tijdschrift

2019, nummer 11

Jaargang
62

Nieuws

  • Complexiteit is overal [Redactioneel]

    Complexe zorg, het thema van dit nummer en van het NHG-Congres, wordt in toekomstverkenningen over de zorg vaak een van de grote uitdagingen genoemd. Waar hebben we het dan precies over en wordt ons vak daarmee niet nog ingewikkelder?

  • Nieuw onderzoek naar interprofessioneel samenwerken op de werkplek

    De zorgvraag in de eerste lijn verandert. Die ontwikkeling vraagt om samenwerking van verschillende eerstelijnsprofessionals, onder wie huisartsen. Goede samenwerking is echter lastig en vraagt om specifieke competenties. Nieuw onderzoek buigt zich over de vraag hoe artsen in opleiding tot specialist (aios) huisartsgeneeskunde kunnen worden ondersteund in het ontwikkelen van interprofessionele samenwerkingscompetenties op de werkplek.

  • Nieuw onderzoek naar afbouwen antihypertensiva bij ouderen

    Ongeveer de helft van alle medicatiegerelateerde acute ziekenhuisopnames is potentieel te voorkomen. Van deze ziekenhuisopnames is 18% het gevolg van symptomen als syncope, vallen en duizeligheid. Deze symptomen zijn geassocieerd met het gebruik van (meerdere) antihypertensiva. Nieuw onderzoek van het Erasmus MC en het Nivel richt zich op de vraag of afbouwen van antihypertensiva bij ouderen het aantal ziekenhuisopnames door vallen en duizeligheid kan voorkomen en daarmee de kwaliteit van leven bij ouderen kan verhogen.

  • Impliciete onzekerheden bij SOLK

    Wanneer huisartsen te maken krijgen met somatisch onverklaarbare lichamelijke klachten (SOLK) uitten zij zich vaker impliciet over de onzekerheid van de diagnose en behandeling dan bij medisch verklaarbare aandoeningen. Dit lijkt echter geen weerslag te hebben op de onzekerheid bij de patiënt. Dat blijkt uit Nijmeegs onderzoek.

  • Spiegelbijeenkomsten voor kwetsbare patiënten

    Met spiegelbijeenkomsten kun je patiënten meer invloed op het zorgproces geven. Uit een Nijmeegs kwalitatief onderzoek blijkt dat deze kunnen helpen om de zorg voor kwetsbare patiënten persoonsgerichter te organiseren.

  • Psychische problematiek bij maligniteit meestal tijdelijk

    Patiënten met kanker hebben vijf jaar na de diagnose niet méér psychische problemen dan de algemene populatie. Dat concluderen Nederlandse onderzoekers in een systematisch literatuuronderzoek naar de prevalentie van depressie, angstklachten en overbelasting binnen deze patiëntengroep.

  • Risicogedrag bij jongeren vraagt om specifieke aanpak

    Risicogedrag van pubers en jongvolwassenen is een probleem en het blijft de vraag wat daarbij de beste aanpak is. Volgens een recente cochranereview lijkt het erop dat interventies die plaatsvinden op scholen en interventies die focussen op tabaks-, alcohol- en drugsgebruik het effectiefst zijn. Vergelijkbare interventies op individueel en gezinsniveau lieten een veel minder duidelijk effect zien, evenals interventies op andere terreinen.

  • Taakverschuiving van huisarts naar verpleegkundige

    De werkdruk van huisartsen is hoog en wordt nog hoger door veroudering van de bevolking en een dreigend tekort aan huisartsen. Een oplossing is om verpleegkundigen taken te laten overnemen van de huisarts. De auteurs van een cochranereview bekeken wat patiënten, huisartsen en verpleegkundigen hiervan vinden en welke ervaring ze hiermee hebben. Daaruit blijkt dat goede scholing, goede verwijsmogelijkheden, duidelijke taakverdeling en goede begeleiding randvoorwaarden voor succes zijn.

  • Eigen kosten in de zorg

    In Nederland nemen de niet-verzekerde zorgkosten voor patiënten de laatste jaren sterk toe. Patiënten vinden informatie over deze zorgkosten belangrijk, maar tegelijkertijd zijn ze in slechts 10% van de consulten bij de huisarts onderwerp van gesprek. Dat blijkt uit een Nederlands onderzoek.

  • Angst en depressie bij kinderen met chronische ziekten

    Ongeveer één op de tien kinderen heeft chronische ziekten zoals astma, diabetes of kanker. Deze kwetsbare groep heeft een groter risico op het ontwikkelen van angst en depressie. Er is veel onderzoek gedaan naar psychologische behandeling van angst en depressie bij deze kinderen, maar het bewijs voor de effectiviteit daarvan is erg mager.

Wetenschap

  • Persoonlijke behandeldoelen helpen bij medicatiebeoordelingen

    Medicatiebeoordelingen (MBO’s) kunnen farmacotherapiegerelateerde problemen (FTP’s) verminderen. Daarbij ligt de nadruk vaak meer op het volgen van richtlijnen en is er minder aandacht voor persoonlijke doelen van de patiënten.

  • Minderen met medicijnen, bij wie en hoe?

    Mensen worden steeds ouder, ze hebben meerdere aandoeningen tegelijkertijd en per aandoening worden steeds meer pillen voorgeschreven. Een lijst van tien tot vijftien pillen is allang geen uitzondering meer. Zulke lange lijsten leiden tot therapieontrouw, bijwerkingen, interacties, medicatiegerelateerde schade en opnames in het ziekenhuis. Het lijkt dus logisch dat je pillen moet stoppen: deprescriben. Maar dat is nog niet zo gemakkelijk. Hoe doe je dat en wie heeft eigenlijk de regie bij deze complexe patiënten, die vaak meerdere voorschrijvers hebben?

  • Stoppen van medicijnen aan het einde van het leven

    Zorgprofessionals zouden het gebruik van medicijnen bij patiënten met een beperkte levensverwachting vroegtijdig tegen het licht moeten houden. Niet alleen omdat de symptoomlast naarmate het overlijden nadert over het algemeen toeneemt, maar ook omdat medicijnen overbodig kunnen worden. Toch besluiten zorgprofessionals geregeld om deze overbodige medicijnen tot vlak voor het overlijden te continueren. Hoe kunnen we het medicijngebruik van patiënten aan het einde van hun leven optimaliseren?

  • Catherine Bolman: “De kwetsbare kant van e-health is onderbelicht”

    Voor wie een basaal begrip heeft van lijf en gezondheid en thuis is in de wereld van moderne communicatie, internet en sociale media is e-health een zegen. Wie deze e-health-vaardigheden niet heeft, mist echter de boot. Bij de Open Universiteit in Heerlen onderzoekt hoogleraar e-health Catherine Bolman hoe e-health ook voor kwetsbare groepen toegankelijk kan worden.

  • Complexer dan huisartsgeneeskunde kun je het niet krijgen

    Met welke bril kijkt een huisarts naar een patiënt met multimorbiditeit? Is het een unifocale, lineaire bril of ligt er ook een multifocaal exemplaar op zijn bureau, die van het niet-lineaire complexiteitsdenken? En ziet hij met die laatste bril meer en anders? Wordt de patiënt daar beter van?

  • Effectiviteit van zelfmanagementondersteuning bij diabetes

    Het zelfmanagementprogramma Beyond Good Intentions (BGI) is effectief gebleken bij patiënten die onlangs de diagnose diabetes mellitus type 2 kregen. Doel van dit onderzoek was de langetermijneffecten van BGI te onderzoeken bij patiënten die de ziekte al langere tijd hadden.

  • Bruggenbouwers tussen wetenschap en praktijk

    Arts-onderzoekers zijn praktiserende dokters die ook een academische rol hebben. Zij zijn bij uitstek
    degenen die wetenschap en praktijk kunnen verbinden. Hoe kijken arts-onderzoekers binnen de huisartsgeneeskunde en de ouderengeneeskunde aan tegen deze verbindende activiteiten, en welke belemmerende of bevorderende factoren ervaren ze daarbij?

  • Steeds complexere zorg vraagt om teamwerk

    De complexiteit van de zorgvragen in de eerste lijn neemt toe: steeds meer patiënten ervaren zowel somatische als psychische en sociale problemen. Huisartsen hebben een belangrijke rol in het signaleren van deze problemen, maar het vraagt onderlinge afstemming met andere zorg- en welzijnsprofessionals, de patiënt en diens naasten, om tot integrale oplossingen te komen. De onderlinge afstemming in interprofessionele teams is dus belangrijker dan ooit, maar loopt niet als vanzelfsprekend goed. Hoe geef je deze samenwerking vorm?

  • Het beloop van duizeligheid bij ouderen voorspellen

    Bij ouderen is duizeligheid vaak een aspecifieke klacht die allerlei oorzaken kan hebben. H. Stam et al ontwikkelden een voorspellend model om ouderen met een hoog risico op een ongunstig beloop van duizeligheid te kunnen identificeren.

  • Deprescribing in de specifieke context van het levenseinde

    Voor het ontwikkelen van succesvolle deprescribing-interventies is het cruciaal om de factoren te kennen die deprescribing beïnvloeden in de specifieke context van het levenseinde.

  • Stoppen met onnodig antidepressivagebruik

    Het antidepressivagebruik neemt toe, vooral door langdurig gebruik. Niet in alle gevallen geldt de indicatie nog.

  • Sociaal kwetsbare groepen in onderzoek en de praktijk

    De problemen van sociaal kwetsbare patiënten, zoals migranten of laaggeletterden, zijn vaak complex. Deze groepen zijn echter ondervertegenwoordigd in onderzoek en praktijkverbeterprojecten, terwijl inzicht in hun ervaringen nodig is voor effectieve persoonsgerichte zorg. Vaak zijn mensen uit deze groepen niet bereid om mee te doen en vinden ze formulieren en vragenlijsten te ingewikkeld. Toch is het heel goed mogelijk om ook deze groep gelijkwaardig te betrekken in onderzoek en praktijk.

Praktijk

  • Gebruik antidepressiva [Kennistoets]

    Toets uw kennis.

  • Complexe zorg in beeld

    Drie huisartsen, van wie er een ook zelf patiënt is, geven een inkijk in de praktijk van complexe zorg. Hun patiënten kennen ze vaak jarenlang. Wat maakt de situatie complex?

  • Ecg-casus ‘QRS-complex’

    De huisarts denkt aan een sinustachycardie door uitputting en overmatig gebruik van stimulerende middelen, maar differentiaaldiagnostisch ook aan andere hartritmestoornissen. Hij besluit een ecg te maken om het hartritme te beoordelen.

  • Ecg-casus ‘QRS-complex’ [Antwoord]

    Frequentie & regelmaat | Er zijn in 10 seconden 20 QRS-complexen te zien, de frequentie is dus 120/min. Het basisritme is regelmatig. Het interval tussen respectievelijk de QRS-complexen 1 en 3, 6 en 8, 11 en 13, 16 en 18 is namelijk constant 25 mm (1 sec). Dit basisritme wordt echter…

  • Denk bij keelpijn en nekpijn ook aan syndroom van Lemierre

    Het syndroom van Lemierre is een zeldzame, maar zeer gevaarlijke complicatie van een faryngitis of tonsillitis en treft vooral gezonde tieners en jongvolwassenen. Ongeveer een op de vijf huisartsen komt dit syndroom eens in zijn carrière tegen. Er bestaan weinig specifieke voorspellende symptomen in de beginfase van het syndroom. Vroege herkenning is dus niet eenvoudig.

  • GHB maakt meer kapot dan je lief is

    Het (recreatief) gebruik van gammahydroxyboterzuur (GHB) is wijdverbreid in Nederland en kan zowel oorzaak van als comorbiditeit bij psychische aandoeningen zijn. GHB is zeer verslavend en het gebruik kan leiden tot ernstige sociale problematiek. Daarnaast kan het zelfs bij eenmalig gebruik intoxicaties met coma veroorzaken. Omdat GHB-gebruik levensbedreigend kan zijn, is het belangrijk dat de huisarts de problematiek tijdig (h)erkent, en de patiënt met voldoende kennis over deze drug helpt en naar de juiste hulpverlening verwijst.

  • Tongcarcinoom op jonge leeftijd

    Tongcarcinoom komt zelden voor bij jongvolwassenen, maar naar verwachting stijgt de incidentie door een toename van infecties met het humaan papillomavirus. De huisarts kan een tongcarcinoom vaak van andere aandoeningen van de tong onderscheiden op basis van de anamnese en het lichamelijk onderzoek. Bij twijfel over de diagnose kan de kaakchirurg een biopt nemen. Wij beschrijven een casus van een 23-jarige patiënte met een pijnlijke zwelling van de tong, waarbij de aios de diagnose tongkanker aanvankelijk miste.

  • Adrenogenitaal syndroom

    Het adrenogenitaal syndroom is een erfelijke stoornis in de productie van bijnierschorshormonen. Daardoor ontstaat een tekort aan aldosteron en cortisol en een overmaat aan androgenen. Het syndroom is zeldzaam, slechts 2% van de Nederlandse bevolking is drager. Het klassieke adrenogenitaal syndroom wordt binnen enkele dagen na de geboorte ontdekt via de hielprikscreening. Daarnaast is er ook een late-onset type, dat zich vaak pas na enige jaren openbaart. Het is een chronische aandoening waarvoor vaak langdurige suppletie met hydrocortison nodig is. Vooral met deze patiënten zal de huisarts te maken krijgen.

Richtlijn

  • Herziene module Medicatiebeoordeling beperkt werklast voor huisarts en apotheker

    De module Medicatiebeoordeling uit de Multidisciplinaire richtlijn Polyfarmacie bij ouderen is herzien. De primaire doelgroep is beperkt tot patiënten van 75 jaar of ouder die tien of meer geneesmiddelen gebruiken en/of kwetsbaar zijn. Voor andere groepen zijn ook minder uitgebreide evaluaties beschikbaar. De nieuwe module is praktisch en beperkt de werklast voor huisarts en apotheker.

NHG Forum

  • Speciale PIN Complexe zorg, hoe pak je dat aan?

    De PIN Complexe zorg, hoe pak je dat aan? is speciaal gemaakt in aansluiting op het thema van het NHG-Congres dit jaar ‘Relax, ’t is gewoon complex!’.

  • Ík ben niet complex

    Het is me al een aantal keer overkomen. Tijdens gesprekken met ouderen over optimale huisartsenzorg komt het gesprek op ouderen met complexe problematiek. Goede huisartsenzorg regelen voor deze groep is maatwerk. Wat zou het goed zijn als dit beter kan worden georganiseerd. En dan staat een van de oudere, wijze gespreksgenoten op. Ze kijkt mij fel aan. Ik voel me direct klein en verlegen. Zij legt me kort en krachtig uit dat zíj niet complex is. Wellicht zijn haar problemen complex, maar alleen voor de zorgverlener of voor mij als professor. Zelf ervaart ze dit helemaal niet zo. Of ik dus nooit meer wil spreken van ‘complexe ouderen’!

  • Kennisprogramma Huisartsgeneeskunde ZonMw

    Het is belangrijk dat huisartsen toegang hebben tot de meest actuele kennis uit de wetenschap en de praktijk. Zo kunnen zij klachten en problemen van patiënten beantwoorden, van eenvoudig tot complex. Het Kennisprogramma Huisartsgeneeskunde van ZonMw faciliteert hierin door inzichtelijk te maken welke onderzoeksonderwerpen zorgprofessionals, patiënten en andere betrokkenen belangrijk vinden.

  • Post koppelen [Uitgelichte post HAweb Ledenforum]

    Het koppelen van post is in de huisartsenpraktijk een belangrijke taak en een terugkerende energievreter. Jaap Kroijenga, huisarts in een duopraktijk met 2850 patiënten op het Friese platteland, is er om de dag mee bezig en vindt het een behoorlijke werkbelasting. Zijn associé neemt de andere dagen voor haar rekening. Zij vroegen zich af hoe andere huisartsen hiermee omgaan en plaatsten een post op het Ledenforum van HAweb. Dit leverde maar liefst 68 reacties op.

  • François Schellevis: “Huisarts moet eigen grens kennen”

    ‘Relax, ’t is gewoon complex’. Het thema past meer dan ooit bij de tijdgeest van nu, waarbinnen de Nederlandse huisartsen werken. François Schellevis hoefde er dan ook niet lang over na te denken toen hij werd gevraagd als voorzitter van de NHG-Congrescommissie. “Ik zei direct ja. De dagelijkse huisartsenpraktijk is ook gewoon complex. En gezien mijn verleden als huisarts en onderzoeker heb ik grote affiniteit met dit onderwerp. Ik sta inhoudelijk min of meer als expert te boek.”